b. het te leveren water moct steeds van cen gocde hoedanighcid
zijns
c. het water zal in het hoofdleidingnet verdoeld moeten worden
onder een zodanige bodrij fsdruk, dat ook op de ongunstigste
plaatsen, onder gewone omstandighedcn, nog een voldéende
druk voor de levering overblijft.
Artikel 9„
Brandkranen*
3.. De concessiehoudster is verplicht op de buizen der waterlei™
ding binnen de gemeente brandkranen aan te brengen op de
plaatsen, welke door Burgemeester en Wethouders nauwkeurig
zullen worden aangegeven.
2. De plaatsing, het onderhoud en zo nodig de vervanging van de-
ze brahdkranen geschieden door en voor rekening van de con
cessiehoudster, De gemeente zal echter aan de côncessiehoud-
ster de kosten van herstelling of vervanging van deze brand
kranen vergoeden, indien de concessiehoudster kan aantonen,
dat de herstelling of vervanging nodig is tengevolge van on-
achtsaam of onoordeelkundig gebruik van de brandkranen door
de gemeente,
3, Burgemeester en Wethouders Icunnem ten allen tijde vorderen
dat op reeds gelegde leidingen op door hen aan te wijzen
plaatsen, door de concessiehoudster brandkranen worden ge-
plaatst5 in dat geval zal de gemeente aan de concessiehoud
ster de door deze te raaken kosten, mot uitzondering van de
kosten van aankoop van brandkranen, vergoeden»
4, De gemeente heeft het recht aan de brandkranen kostelood
water te onttrokkens
a, ten behoeve van brandblussing,ten allen tijde en zo lang
zij zulks nodig achtg
b, ten behoeve van de beproeving van brandblusmiddelon, aan
elke brandkraan vier maal per jaar gedurende ten hoogste
een kwart uur,
5. De gemeente bctaalt jaarlijks aan de concessiehoudster voor
elke gcplaatste brandkraan een bodrag, waarvan de grootte
door de vergadering van aandeolhouders van laatstgenoemde
wordt vastgesteld of gerwijzigd.
Artikel 10,
Staking van de waterle.varing
1. De ooncessiehoudster is bevoegd de waterlevering te staken,
indien de afnemer handclt tegen do mot hem of met de eige-n&ar
van het porcoel overeengekomen voorwaarden,
2. Tijdelijke staking van waterlevering wegens het maken van
aansluitingen of herstollingen., moet, zoveel doonlijk, ^ten
minste acht uren tevoren door do concessiehoudster aan de
afnemeis worden bekend gemaakt.
3. Tijdolijke staking van waterlevering, in de gchole gemeente
of in eon gcddelte daarvan, wegens andere dan de in het voor-
gaande lid genoemde rodenen, geschiedt, behalve in geval van
overmacht, alleen met toestemming van Burgemeester en Wet
houders en onder nakoming door do concessiehoudster der door
hen op te loggon vorplichtingon &egens de afnemers.