4. bij de uitvoering van de plannen, waarvoor het voorschot wordt verleend, mogen bestuurslederx der woningstichting niet middellijk of onmiddellijk zijn betrokken of voordeel genieten als aannemer, onderaannemeruitvèerder, arbeider of architecte 5. bestek en voorwaarden der te stichten woningen zullen nader aan de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders moeten worden on de rworpen, zomede de gmnning der aanneminge 6. voor het verhuren der woningen mogen geen andere huurprijzen wor den in rekening gebracht, dan die, vastgesteld door de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting? XI» aan de Woningstichting "Leeuwarden - Leeuwarderadeeleen zo hoog rnogelijke bijdrage per woning per jaar toe te kennen in de exploitatiekosten dazer woningen, onder bepalings a.dat de bijdragen worden terugbetaald ovorecnkomstig hetgeen te dien aanzien is. bepaald in artikel 25, lid 8 en lid 9 van het Woningbesluit? b.dat, indien het voorschot of het onafgelostc deel daarvan, wordt opgcvorderd krachtens artikel 19, letter b van het Woning- besluit, de bijdragen, tôt welker betaling de gemeente zich nog in de toekomst had verbonden, niet meer zullen zijn verschul- digd; III. tôt de Ministor van Wederopbouw en Volkshuisvesting het verzéek te richten aan deze gemeente een zo hoog rnogelijke bijdrage te verlenen in de exploitatie van deze 6 woningen. Aldus vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 1949. ,Voorzitter. ,Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1949 | | pagina 47