-3-
4» Benoeming van een onderwijzeres aan de openbare lagera sohooï
te Stiens(vacature Sijtema),
De door Burgemeester en Wethouders na overleg met de Inspec
teur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Leeuwarden opge-
maakte voordr&cht luidt alsvolgt(bijlage 1.)»
De vergadering wordt in besloten zitting voortgezet.
Na heropening der vergadering wordt tôt stemming overgegaan en
wordt met algemeno stemmen Mej, A, M. Z.eiis te Leeuwarden, thans
tijdelijke onderwijzeres aan de 0„L,-school te Stiens, benoenid»
Net volgemde besluit wordt vastgesteldî
Dg Raad der gemeente Leeuwarderadeel?
Bezien de door Burgemeester en Wethouders na overleg met de
Inspeoteur van het Lager Onderwijs in de Inspectie Leeuwarden op-
maakte voordracht voor de benoeming van een onderwijzeres aan
,-sohool te Stiens, d.d. 20 Juli 1949$
Oelet op het betrekkelijïce bericht van het waarn. hoofd der
sohool, d.d, 18 Juli 1949j
B e n o e m t s
tôt onderwijzeres aan de C L^chool te Stiens, Aieida Maria Zelis,
geboren 22 Juli 1922, wonende te Leeuwarden, thans tijdelijke
onderwijzeres aan genoemdo school, zulfcs met ingang van 15 Augus-
tus 194 9,
5# Benoeming van een lid der Commissio tôt vrering van schoolver-
zuim(vacature Tolsma)
Net aan de Raad gezonden dubbeltal luidt alsvolgt(bijlago 2),
Na gehouden stemming blijkt, dat op do Hoer H, Zondervan 10
stemmàn zdjn uitgebracht en op de heer M. Dotinga 1 stem, zodat
de hoer H. Zondervan is benoemd.
De heer Zondervan ter vergadering aanwezig verklaart deze be
noeming te aanv&arden,
ôj Benoeming van het lid van het besîuur der Woningstichting
Leeuwarden - Leeuwarderadeel" wegens periodieko aftreding.
De door Burgemeester en Wethouders toegeaonden aanbeveling
luidt alsvolgt.(bijlage 3)
Uit do gehouden stemming blijkt, dat de heer H, Brandama 10
stemmen op zioh heeft verenigd, zodat deze is benoemd.
Op de heer D. P, Bouraa is één stem uitgebraoht,
7Woorstel van Burgemeester en Wethouders tôt vaststelling enor
nieuwo verordening als bedoeld in art. 15 der Leerpliahtwet.
Net door Burgemeester en Wethouders aan de ledon toegezonden
voorstel is van de volgende inhoud.(bijlage 4).
De heer R. de Vrics vraagt zich af of het schoolverzuim niet
wordt bevorderd door het landbouwverlof vast te koppclen aan de
vacantie.
De Voorzitter zet de moeilijkheden met de bestaando verordening
nog eens uiteen en deelt mede, dat de hoofdcn der lagere scholon
algemeen van mening zijri, dat de gesohikste tijd voor het landbouw
verlof zal zijn die aansluitende aan de zomervacantiezoals door
Burgemoester en Wethouders voorgestold.