In het vierde lid van artikel 61 worden geschrapt de woordens
"tussen een vertrek en een portaal of gang."
Artikel 95 wordt aangevuld met een zesde lid van de volgende
inhauds
Ten aanzien van garages gelden de volgende bepalingens
a. de wanden van en afscheidingen in een garage moeten uit brand
vrij materiaal bestaan?
b. garages grenzende aan vertrekken moeten daarvan brandvrij zijn
afgescheiden en voorts zodanig, dat het doordringen van dampen
is uitgesloten en het doordringen van hinderlijk geraas zoveel
mogelijk wordt voorkomen. Van het bepaalde sub a is door 2Urge-
meester en Wethouders vrijstelling mogelijk, indien de aard van
de garage, zomede de ligging ten opzichte van anaere gebouwen,
getimmerten of bergplaatsen van licht ontvlambare stoffen waar-
borgen ten aanzien van de brandveiligheid opleveren, die het
verlenen van vrijstelling wettigen?
c. tenzij een garage gelegen is onder een vloer van gewapend béton
of een daaraan gelijkwaardige constructie, moet zij zijn voor-
zien van een plafond, bestaande uit een cement-bepleistering op
metaal- of steengaas tôt een dikte van tenminste 2 c.M. dan wel uit
een andere, uit een oogpunt van isolatie tegen brand en doordrin-
ging van dampen en hinderlijk geraas daaraan gelijk te stellen
constructie? van deze bepaling is door Burgemeester en Wethouders
vrijstelling mogelijk ten aanzien van garages zonder verdieping,
indien de aard daarvan, zomede de ligging ten opzichte van ande
re gebouwen, getimmerten of bergplaatsen van licht ontvlambare
stoffen waarborgen voor brandveiligheid opleveren, die het ver
lenen van vrijstelling wettigen?
d„ een garage moet zijn voorzien van een stenen vloer?
e. werkkuilen in een garage moeten zijn voorzien van een waterdich-
te bodem en waterdichte wanden? voorts van een ventilatiekoker
met een inwendige doorsnede van tenminste 0,75 d.M^, welke 0,10
M. boven de bodem van de kuil aanvangt, ondergronds van steen of
geasfalteerd ijzerbovengronds van brandvrij materiaal is ver-
vaardigd en buitendaks is voorzien van een behoorlijk functione-
rende zuigkap?
f. een garage mag niet in rechtstreekse verbinding staan met een
vertrek, gang, portaal of trap tôt een woning toegang gevende.
Zij moet indien verbinding daarmee noodsakelijk Is, van de ge-
noemde ruimten zijn gescheiden door een doelmatig op de buiten-
lucht geventileerd tussenportaal met zichzelf sluitende deuren,
waarvan die, welke onmiddellijk tôt de garage toegang geeft,
brandvrij moet zijn?
g. niet als garage in gebruik zijnde kelderruimten mogen niet uit
garages of rechtstreeks daarmee in verbinding staande ruimten
toegankelijk zijn en moeten daarvan zodanig zijn afgescheiden,
dat het doordringen van benzine- of andere dampen of gassen zo
veel mogelijk woxdt voorkomen?
h. Indien de verbinding van garages met andere dan sub f en g be-
doelde ruimten noodzakelijk Is, moet daarvoor een brandvrije
zichzelf slui tende deur worden aangebracht. ÎTader kan worden ge-
eist, dat aldaar een tussenportaal, als bedoeld onder f, wordt
aangebracht?
I. een garage met twee tegenover elkander gelegen buitenwanden
moet worden geventileerd door doelmatige luchtroosters, welke in
elk dier wanden, gelijkmatig verdeeld over de voile breedte van
de garage, moeten worden aangebracht? deze roosters moeten met