- 11 - In die ruim 43 jaren hebben velen uit de bevolking, hebben ambtenaren, raadsleden en besturen van verenigingen nooit een vergeefs beroep op U gedaan, wanneer zij Uw voorlichting of medewerking inriepen. In de Bildtse Post van 19 Januari j.l. hebben wij dat ailes uitvoerig kunnen lezen, nadat een verslag- gever van die courant bij U was komen praten. Ik zal dus niet in herhaling treden door dat ailes op te sommen, ook al schiet ik op dit ogenblik te kort als ik de vele niet genoemde nevenfunc- ties die U vervu].de niet met name noem, maar, Secretaris, ik wil volstaan U uit de grcnd van mijn hart dank tezeggen namens die velen, namens het Collège van Burgemeester en Wethouders, namens de Gemeenteraad voor de wijze waarop gij in welke func- tie dan ook, Uw werkzaamheden verricht hebt! Het is niet voor niets geweest dat de Regering bij Uw 40-jarig jubileum als ambtenaar in dienst dezer gemeente Uwe verdiensten gewaardeerd en beloond heeft door U te benoemen tôt Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Ik zou nu nog gaarne enkele woorden van persoonlijke aard tôt U willen richten. Ik kan mij nog goed de dag herinneren dat ik officieel met U kennis maakte. Dat was toen U en de toenmalige wethouders A. Boonstra en P. Dankert mij kwamen begroeten voor mijn installa- tie als burgemeester dezer gemeente op 17 Deoember 1936. Men krijgt bij zulke gelegenheden een bepaalde indruk van de mensen waarmede men straks veel moet samenwerken. Die indruk is mij bij gebleven en in de loop der jaren bevestigd. Ik zag in U een man van weinig woorden, maar een accuraat en betrouwbaar mens, waar men in de komende jaren veel aan hebben zou. U hebt mij niet teleurgesteld. In mijn ambtelijke loopbaan heb ik met drie gemeente-seoretarissen moeten werken, aile drie van verschillende soort en van uiteenlopende karakters, en als ik had kunnen kiezen, zou ik zeker gezegd hebben? geef mij deze maar Ik wil daarmede natuurlijk niet zeggen dat U voimaakt bent, immers zelfs burgemeesters hebben fouten, ja sterker nog zelfs raadsleden zijn niet onfeilbaar, maar Secretaris, en dat vind ik de mooiste eigenschap van mens en ambtenaars U bleek van kruin tôt tenen betrouwbaar, U kende geen omwegen, en als ik Uw voorliohting nodig had, s tond U steeds voor mij klaar en U gaf ze mij naar beste weten. Ook daarvoor mijn hartelijke dank! Ik hoop, Mijnheer Zuidema, dat het U gegeven moge zijn nog ve le jaren te mogen genieten van de rust, die U na een welbesteed leven toekomt, omringd door allen die U lief zijn. Het gemeentebestuur wil U als blijk van waardering een heri.u- nering aanbieden en in overleg met Mevrouw Uwe Echtgenote is de keuze gevallen op een gemakkelijke stoel, welke U straks getoond zal worden en die, naar wij hopen; naar Uw smaak zal zijn. Weeso overtuigd, dat Uwe vrienden in deze zaal U dat geschenk van ganser harte gunnen. Ik heb gezegd. De heer Zuidema, deze rede beantwoordendespreekt ongeveer als volgts Ik wil dan allereerst met mijn gedachten teruggaan naar 1907, toen ik in deze zelfde zaal examen heb moeten doen. Ik moest toen o.m. een opstel maken over autonomie en zelfbestuur en het is grotendeels aan de uitslag daarvan te danken gev/eest dat ik toen tôt 2e ambtenaar benoemd werd. Was Leeuwarderadeel toen a.1 een flinke gemeente, langzamerhand verdubbelde het inwonertal. Dit bracht enorm veel werk mee. doch

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1951 | | pagina 21