- 12 - gaf teYens ook veel voldoening, totdat met éen pennestreek de gemeente gedegradeerd werd tôt ene Tan plm. 5000 zielerm Voor mij was - wat het dagelijks werk betrof - toen de aardigheid er af Desondanks heb ik met aile plezier mijn v»rerk trachten te doen. De annexatie bracht Yeel ad.ministratief werk mee. Daarbij heb ik veel oontact rnoeten hebben met bat gemeentebestuur van Leeu- warden, dat een woord van lof verdient over de loyale wijze waarop de regeling werd uitgevoerd, leeuwarden beeft zich daar bij goed gedragen! In mijn ambt heb ik vier Burgemeesters meegemaakt, n.l. de heren Oosterlo, Jbr. van Beijma, Jansonius en U. Met de fcwoeT eerstgenoemde/ kon ik niet zo best opschieten, met de laataten zoveel te beter! VJethouders heb ik ettelijke meegemaakt, er leven nog verschillende van, en dan een ongekend aantal raads- leden. Van de^Raad, die in 1907 zitting had, leeft er voor zover ik weet nog één, n.l. de heer Meijer. Ik zal aan Leeuwarderadeel plezierige herinneringen hebben al was het soms wel dramatisch. En wanneer ik dan tôt het offioiele kom, dan dank ik U, Burge- meester, allereerst voor de waarderende woorden en voor de goede samenwerking. De vergaderingen met de Wethouders om de 10 dagen droegen altijd een gezellig karakter. Ook aan de raadsleden, die ik allen ken, heb ik goede herinneringen. Rest nog de ambtenaren on werklieden. Met de laatste kwarn ik uit de aard der zaak weinig in aanraking. Maar over de ambtena ren ben ik zeer tevreden. Het werk was altijd op tijd klaar^ ie- der zorgde zijn pad schoon te vegen, Ik dank hen allen voor de goede samenwerking. Aan de heer Tijsma ben ik dubbele dank ver- schuldigd. Hij was mijn reohterhand. Ik hoop dan de gemeente Leeuwarderadeel aan hem een goed Secretaris krijgt. De heer Tijsma, vervolgens het woord verlcrijgendezegt het volgende Mijnheer de Voorzitter, dame en heren! Ik hoop, dat ik de verwaohtingen niet zal beschamen. Tegenover U allen verklaar ik, dat de eed, die ik zo even heb afgelegd, mij niet als een blote formule voorkomt, Ik zal mijn best doen mijn functie te vervullen zo goed mij dat mogelijk is. Ik ben er mij terdege van bewust, dat mij dit zonder de medewerking van het personeel ter Secretarie en anderen, in dienst der gemeente werkzaam, niet zal gelukken en doe dan ook bij deze een beroep op hen om in goede harmonie samen te werken in het belang der gemeente. Want immers, niemand. onzer behoeft zioh in zelfvoldaan- heid op de borst te slaan, een air aannemende van "dat nu maar eens goed te hebben opgeknapt". De omstandighoden, waaronder wij onze taak rnoeten uitoefenen, dwingen ons dikwijls een standpunt in te nemen, dat allerminst met onze natuurlijke aanleg over- eenkomt "Probis et improbis" staat er gebeiteld in het stadhuis van de gemeente, waar ik mijn ambtelijke loopbaan aanving, "Voor de goeden en voor de slechten". En al mag de zin van deze spreuk meer slaan op de taak van burgemeesteren en vroedsohap dier da gen, zij symboliseert eveneens die van Stadsgeheimschrijver. Al is er veel veranderd sindsdien, de positie van de Secretaris is vrijwel gelijk gebleven n.l, uitvoering geven aan veelsoortlge besluiten, die voor belanghebbenden zowel gurts fcig als ongunstig zijn, besluiten waar hij zich persoonlijk wel of niet mee kan verenigen. Dat eist een strikte objectivjtsit. Ik hoop dat ik die objeotiviteit steeds zal bewaren - Mag -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1951 | | pagina 23