- 13 Mag ik mis s chien nu met een enkel woord mij tevens tôt mijn heer Zuiderna richten? Ik hoop morgen de gelegenheid ta krijgen formeel afsoheid van U te nernen. Ik mocht heel lang onder Uw leiding werkzaam zijn. Voor de goede verstandhouding en de wijze waarop U mij steeds tegemoet ge.treden bent ben ik U heel erg dankbaar. Ik heb wel eens een ernstige vermaning van U moeten aanhoren en 't zal wel niet ten onrechte geweest zijn. Mijn tem pérament gaf daartoe wel aanleiding. Maar bij het klimmen der jaren wordt raen wel een tikje bezadigder. En och, U zult het ook niet durven ontkennen, dat 25 jaar geieden van Uw kant de vuist ook vaker op tafel kwam dan in de laatste jaren, Het is mis- schien ondeugend van me er aan te herinneren en eigenlijk is dit ook niet de gepaste gelegendeid te zeggen hoe wij bleek en be- duusd achter de boeken op onze toen nog heel oude keukentafels wegdoken, toen U 't bestond Uw toenmalige hoogste chef van de Secretarie weg te jagen, Maar nu was dit juist het nobele en opene in Uw karakters op de man af zeggen waar 't op stond. Bout soms maar waarachtig. En dergelijko strubbelingen gaven nooit aanleiding tôt wrevel en antipathie. Ik zal er niet meer van zeggen want ik hoor U al brommens dat was niet onze afspraak. Hooggeaohte heer Zuiderna, uit Uw handen moet ik de ganzeveer overnemen, Zou het kunnen betekenen - waar ik al so lang onder Uw leiding heb gewerkt - "De zaak wordt op dezelfde voet voortgezet" Helaas niet, ik ben mij daarvan terdege bewust. Uw grote ken- nis van het administratief recht, Uw persoonlijkheid en Uw on- baatzuohtigheid zijn eigensohappen die msn moeilijk met maatsta- ven kan vergelijken. Uw grote werklust die ik tôt de laatste dag nog moet respecteren, het vele werk, dat TJ deed en waarin U af- leiding zocht wanneer minder prettige omstandigheden zich lieten gelden - Uw leeftijd begon inderdaad een vaak ongewensc woordje mee te spreken, al bleef Uw geest vitaal - dat ailes dwong ons jongeren eerbied af en dat ailes maakt ook, dat ik moeilijk - ik wil dat eerlijk bekenen - Uw voetstappen kan drukken. U heeft mij nog kortgeleden bekend moeilijk afscheid te kunnen nernen! Dat zal ieder begrijpen, die zich realiseert dat u bijna 43 jaar de dagelijkse gang naar 't gemeentehuis gemaakt hebt, Maar dan mag ikU - juist bij deze gelegenheid - misschien herin neren aan wat bijna een halve eeuw geieden geschreven werd door een vooraanstaand Nederlander, die kortgeleden gestorven is. Die toen hij. dit schreef dus nog j ong was. En al was hij nu niet in de publieke administratie werkzaam, hij was een van de grote fi- guren van de wetenschap in ons land, n.l. prof. Gunning. Deze sohreef eenss "Wij die ons beklagen, dat wij de oogst van onze arbeid anderen moeten overlaten, wij vergeten> dat wijzelf'ook voortdurend maaien, wat anderen gezaaid hebben". Wantzo gaat prof, Gunning verder, daar staat ook geschrevens "Een ander is het die zaait en een ander die maait" En wederoms "anderen heb- ben het bearbeid en Gij zijt tôt hun arbeid ingegaan". Mogen deze woorden U, mijnheer Zuiderna, nu U de pen hebt neei- gelegd, de overtuiging geven, dat met Uw heengaan Uw werk niet afgebroken wordt maar dat 't zal voo~rtbestaan. Dat er een onmis- bare schakel is gevormd aan de keten die wij eeuwigheid noemen. Ja, een onmisbare schakel. Dat is de grote betekenis van Uw werk geweest Moge U, in een walverdiende rust, hieraan dikwijls indachtig worden1 Hierna wordt de vergadering gesloten. Vastgesteld door de Raad der gemeente leeuwarderadeel in zijn openbare vergadering van Juni 1951. Se oretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1951 | | pagina 25