- 5 -
De vergadering verenigt zioh daarna zonder hoofdelijke stem-
ming met de conclusie van het prae-advies.
9. Verzoek van G. Nicolaij te Britsum om een tegemoetkoming uit
de gemeentekas op grond. van artikel 13 der Lager Onderwijs 192C
in de vervoerkosten van zijn zoontje Pieter, die de Chr. schoox
voor buitengewoon lager onderwijs te Leeuwarden bezoekt, met voor-
stel van Burgemeester en Wethouders.
Dit voorstel luidt als voLgt (bijlage 8)
Mevr. Deelstra - Spoelder vraagt deze aangelegenbeid in een
zitting met gesloten deuren te oehandelen.
De Voorzitter schorst de oponbare vergadering en gaat over m
oomite-generaal
ITa heropening itfan de gewone zitting wordt het voorstel zonder
hoofdelijke stemming aangenomen en wordt het volgende besluit
vastgesteld (bijlage 9)
10. Beediging van de plaatsvervagend Gemeentesecretaris A. Talman
De heer Talman legt in handen van de Voorzitter de bij arti
kel 107 der Gemeentewet voorgeschreven beloften af.
De Voorzitter zegt ervan overtuigd te zijn, dat de heer îal-
man zioh de ernst der afgelegde beloften bewus t is.
De heer Talman dankt voor het in ^iem gestelde vertrouwen.
11. Concept-besluit tôt wijziging van de gemeentabegroting,
dienst 1950.
Dit conoept, hetwelk voor de leden ter inzage heeft gelegen;
wordt zonder disoussie en hoofdelijke stemming tôt besluit ver-
heven.
Rondvraag
De heer Tjol_sma vraagt, of het waar is, dat er bij de Burge
meester of bij Burgemeester en Wethouders plannen hebben bescaan
om de dienst voor Sociale Zaken over te plaatsen naar Stiens en
dat deze plannen zijn afgesprongen op de onwil van de betrokken
ambtenaar. rT
Indien dit niet waar is, willen Burgemeester en Wethouders
dan een onderzoek instellen naar de oorsprong van de gej.uch.ten,
die daaromtrent in Stiens de ronde doen, vraagt spreker.
Mooht het wel waar zijn, dan blijkt hieruit, dat niet meer
het gemeentebestuur het heft in handen heeft doch de betrokken
ambtenaar, wat spreker niet jui3t vindt.
De Voorzitter antwoordt, dat de zaak heel anders gegaan is
dan hier wordt voorgesteld. Als er een geschikt pand was geweesj
zou dat zeker met de Wethouders zijn besprôken. Een tijd geleden
is er een kleine mogelijkheid geweest om een huis te kunnen kopen.
Dit is evenwel om andere redenen niet doorgegaan.
De heer Tolsma zegt dat dit door de betrokken ambtenaar niet
zo rnag worden uitgelegd alsof het om hem is afgesprongen.
De Voorzitter wil deze ambtenpar daarover wel eens onderhou-
den. Hij begrijpt dat de Stienser ingezetenen graag willen, dat
de ambtenaren daar komen wonen.
De heer de Vries zegt, dat het hem niet bevredigt, dat hier
min of meer een ambtenaar wordt beschuldigd zonder dat er een
- enkel -