- 8 - Al bevat de oorspronkelijke gemeentewet bepalingen omtrent sa- menwerking, de geest ervan is tooh geheel doortrokken van gescher- denheid der huishoudingen, als afzonderlijke kringen. .Een zaak is ôf van Rijks- of van provinciaal of van gemeentebelang. Doch lang- zamerhand verdwijnen de s oheidingslijnen en ziet men in dat het openbaar belang het best wordt gediend door samenwerking. Op het beginsel der samenwe rking is de Vereniging van Hederlandse Gemeen- ten gebouv/dp zij is het instituut van geo-rganiseerd overleg tussen regering en geraeenten. Uit dergelijk overleg is de herdenking van dit eeuwfeest ont» s ta anHet begin is geweest de massale bij.eenkom.st te Utrecht van afgevaardigden van nagenoeg aile gemeenten, waar de Minister-Pre- sident en de Minister van Binnenlandse Zaken, alsraeda Prof. Sohol- ten het woord hebben gevoerd, maar waarin het hoogtepunt was de aanwe zighe id van Hare Majesteit de Koningin. Dit was het beste ge- tuigenis van het onverzwakte voortbestaan van de band tussen Orar.- je on de gemeenten, waaruit ons volk in de dagen van zijn bange worstelstrijd om zijn onafhankelijk bestaan zo grote kracht heeft geput Twaalfhonderd gemeentelijke bestuurders waren aanwezig. Graag had, men ze aile in Utrecht bijeen gebracht, wat evenwel onmogelijk zou zijn geweest. Vandaar het denlcbeeld van gelijktijdige raads- vergaderingen, gescheiden in plaats, doch door aethergolven ver- enigd. De Nederlandse gemeenten hebben aile haar aandeel gehad in de ontwilckeling van het moderne Uederland Haar taak is moerlijk, evénals die van de Landsregering, Hoe moeilijker de taak, hoe groter de zin om er zijn krachten aan te geven. Gedaohtig aan het opschrift boven de publieke tribune van de raadzaal in Rotterdam? Âudendo atque agendo Res Romana crevit, ("Door stoutmoedig ondernemen en krachtig handelen is de Romeinse staat groot geworden") eindigt de spreker met de woordens "Moge die spreulc een aansporing zijn voor ons allen. Het jaar 1951 sluit een tijdperk van veel gemeentelijke arbeid af. Moge Gods zegen rusten op het werk van gemeente- en landsbestuurin hun onderlin ge samenwerking, ook in de nieuwe eeuw die komen gaat. Ha deze woorden van Mr. Oud wordt overgegaan tôt afhandeling van de agenda. 1. De notulen der vergadering van 4 Juni 1951 worden onveranderd vastges teld, 2. Ingekomen stulcken en mededelingen. De Voorzitter doet lecture van de volgende ingekomen stukken? a, een sohrijven van de Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d. 28 Mei 1951, 2e afd., no. 11, inhoudende de mededeling dat geen bezwaar bestaat tegen het raadsbesluit van 30 April j.l. tôt het van overeenkorna tige toepassing verklaren op het daarvoor in aan merking komend gemeentspersoneel van het "Uitkeringsbea1 ni t. 1 °50" en het "Verhogingsbesluit 1950up b. een resolutie van Gedeputeerde Staten d.d. 11 Juni j.l., no. 182, houdend goedkeuring van het besluit van Burgemoester en Wçthou- ders van 23 April j.l. tôt vorhuur van de voormalige openbare lager sohool te Stiens- Tiohelwerk aan Jaoobus Hoordenbos te Miedum;; o. een resolutie alsvoren d.d. 11 J'uni j.l., no. 7, tôt goedkeu ring van een soortgelijk besluit van dezelfde datum tôt onder- handse verhuur van de voormalige ambts«oningen aan de tegenwoor- - dige -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1951 | | pagina 15