voorzitter van de Vereniging van Hederlandse Gemeenten, een radio- rede houden, die wederom de balangrijkheid van die wet in herinne- ring zal brengen. Ik aolit îiet daarora niet nodig mijnerzijds een lange herdenkingsrede over die wet te houden, die onvolledig zou worden en bovendien slechts een herhaling zou zijn van hetgeen an- deren reeds zeiden of achreven. Wat ik echter wel toepasselijk vind is enkele dingen op te ha- len, zoals de toestand van onze gemeente vôor 1851 was en zoals die in Juli 1851 geworden is. Voor 1851 hadden de Gemeenten bestuursreglementen, die hun oorsprong vinden in de grondwet 1814 en die bij K.B. werden vast- gesteld. Zo werd de Grietenij Leeuwarderadeel bestuurd volgens een règlement op het bestuur ten Plattelande. Bat bestuur werd uitge- oefend door een grietman, dr.ie asseesoren en zes leden van de Baad. De vergadering van de Raden waren niet openbaar en zo heel be- langrijk waren die plattelandsvergaderingen voor 1851 ook niet. Aan politiek werd weinig of niet gedaan. Uit het verslag van de laatate vergadering voor het in werking treden van de wet van Juli 1851 las ik b.v. dat die vergadering (van 27 Juni 1851) uit drie agendapunten bestondS I. Voorlezing van de notulen van 30 Mei daaraan voorafgaande en vaststelling daarvan. II. Een resolutie van Gédeputeerde Staten van Priesland van 20 Ju ni daaraan voorafgaande, waarin mededeling wordt gedaan van de be- denkingen, die de Kinister van Binnenlandsche Zaken had tegen de voorgestelde buitengewone omslag, dienst 1851, voor den dorpe Teerns. III. Mededeeling van Grietman en assesoren aan de vergadering dat de eerzame W. D. Hellema verzocht heeft ontheven te worden van zijn functie van brandmeestor te Wirdum, waarop geresolveerd werd aan voornoemde Hellema eervol ontslag te geven en als zoodanig te be~ noemen de eerzame Pieter Biënzes Vogel. Het tweede punt werd aangehouden en het derde voor kennisge- ving aangenomen, en daarna werd de zitting opgeheven. Aile andere vergaderingen ademden dezelfde geest, al wil ik niet beweren dat voor de grietenij Leeuwarderadeel die vergaderin gen altijd even onbelangrijk waren. De Burgemeester van 185L dee..t in zijn Statistisch Verslag van 1816 - 1850, dat 57 bladzijfden be- vat met vele overziohtelijke tabellen, mede dat het in./endig be- heer der grietenij sedert 1816 veel uitgebreider en omslachtiger geworden is, Gestadig aan zijn de in 10 jaren van 1816 - 1826 202 ingekomen en 119 uitgegane missives in de jaren 1848 - 1850 uit- gegroeid tôt 908 ingekomen en 970 uitgegane. Op de Seoretarie van Leeuwarderadeel was de eerste tijd eén persoon 4 uur daags, later 7 uur daagsvervolgens twee personen 7 uur, oindelijk drie personen 7 uren workzaam en werd den Secretaris van 1838 - 1841 boven zijn wedde jaarlijks f. 150.- toegekend voor s ohrijfloon. Door uitbreiding van werkzaamheden werd het arohief steeds groter en de bewaarplaatsen v^aren zo. klein dat de archicvon op solder niet meer te sohiften waren. Door aankoop van een naastge- legen pand van de Erven Kiezer in 1844, werd het Grietenijhuis van Leeuwarderadeel, schuiit tegenover het Stadhuis van Leeuwarden, aanraerkelijk vorgroot. Do totale kosten van aankoop bedroegen f. 3915,33 en de nodige verbouwing, tevens herstellingen aan het oude vereisten een uitgave van f. 1479,895. De Secretaris heeft toen, zoveel hij daartoe in staat was, een schiftiug gehouden van allerlei stukken en een voor die dagen up to date archief sameng^- steld, waarin een weg te vinden was. - In -

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1951 | | pagina 3