ïen aanzien Tan de bebouwingsklasse C kan door Burgemeester en V/ethouders van deze bepaling ontheffing worden verleend, waarbij nadere eisen kunnen worden gesteld ter voorkoming van sohade, hinder of gevaar, Artikel 9 Burgemeester en Wethouders kunnen toestaan, dut op terreinen, bestemd voor bebouwingsklasse C, achter de achtergevelrooi- lijn hulpgebouwen worden opgericht ten dienste Tan handel en kleine bedrijven, mit s deze gebouwen; a. zijn gelegen op tenminste 7 M wan de achtergeTelrooilijn en op tenminste 5 M van de achterzijde van het gebouw waarbij zij behoren, b. een plattegrond bebben met geen grotere afmetingen dan 14 x 7 M, buitenwerks gemeten, een goothoogte van niet meer dan 3 M en een nokhoogte van niet rneer dan 5,50 M. Artikel 10. Dubbele woningen en woningblokken mogen slecbts als eén ge~ heel, krachtens één bouwvergunning, gebouwd worden, Zijgevels van vrijstaande gebouwen mogen geen blinde muren zijn en moeten in overeenstemming met de voorgevel op be- hoorlijke wijze worden afgewerkt, Artikel 11, Op de terreinen, welke zijn bestemd voor bebouwing volgens de in artikel 3 genoemde bebouwingsklassen A, B, B1 en C moeten aanstonds na de ingebruikneming der gebouwen de daar- bij behorende voor- en zijerven als tuin worden aangelegd en als zodanig ten genoegen van Burgemeester en YTethouders in ordelijke staat worden onderhouden. Van deze bepalingen kunnen Burgemeester en Vv'ethouders, in dien het tôt winkels of bedrijven ingerichte percelen betreft, ontheffing verlenen. Artikel 12 Het herbouwen, het geheel of gedeeltelijk vernieuwen of veranderens of het uitbreiden van een woning of een ander gebouw, in afwijking met de in artikel 3 dezer voorschriften vastgestelde bestemmingen, is in het gebied van de plannen in onderdelen niet, in het gebied van het plan in hoofdzaak wel toegestaan. Ten aanzien van de in de bebouwingsvoorschriften vervatte bepalingen voor zijdelingse afstand tôt de erfscheiding, hoogte der gebouwen en bebouwde oppervlakte is daarbij ont heffing mogelijk tôt een door Burgemeester en Wethouders voor elk geval nader te bepaïen maximum, met dien verstande, dat door herbouw, enz.afwijkingen van de bepalingen der bebouwingsvoorschriften nimmer groter mogen worden dan zij voordien waren, Artikel 13 In een bouwblok moeten de aohtererven van de percelen aan- eensluiten^ Burgemeester en Y/ethouders kunnen de aanleg van een gemeenschappelijk verbindingspad langs de achterzijde der achtertuinen, uitsluitend ten dienste van de bewoners, toes taan, Artikel 14 1, Op de terreinen, bestemd voor bebouwing als bedoeld in ar tikel. 3, sub 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7, moet de erfscheiding langs de weg en tussen de percelen worden gemaakt van een heg ter maximum hoogte van 1.25 M, tenzij de erfscheiding door een waterloop wordt gevormd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1952 | | pagina 65