- 7 - He t is mogelijk een ketel van gelijke capaciteit als de thans vervallene aan te schaffen. Als de kleine zich dan be- geeft, kan deze nieuwe uitgebreid worden met meerdere leden. De praktijk heeft echter uitgewezen, dat he t stoken van twee ketels op éen rookleiding veel vakkennis eist. Daarbij spelen ook bepaalde omstandigheden, die speciaal voor het ge- me entehuis gel den, een roi, doch daarop wil spreker hier niet nader ingaan, Met nieuwe leden bijplaatsen is men niet klaar. He t gevolg is, dat er vrij wat kosten bijkomen, omdat het geheel dan ook anders geplaatst moet worden. Aanvankelijk lijkt het, dat er vrij wat bespaard kan worden tegenover een nieuwe kachelDoor thans echter wat meer kapitaal uit te geven voor- komt men, dat we later voor hoge kosten komen te staan, aldus de Voorzitter. De heer Zondervan vraagt, of de oude ketel no g wat waard is. 1)6 Voorzitter zegt, dat hierover nog niet gesproken is. Dr moest eerst een uitspraak van de Raad komen. De architect schat dat de oude ketel maar weinig kan opbrengen. Dit hangt er ge heel van af of ze nog bruikbaar is, wat pas blijkt, als ze ge- demonteerd is. De heer ondervan zou aan de opdracht dan de voorwaarde willen verbinden om de kleine ketel over te nemen. De Voorzj.tter wil hieromtrent wel een toezegging doen. De heer Hoekstra zegt; als wij een nieuwe ketel aanschaffen met oliestookinrichting, moet er ook een tank bijkomen. Waarop spreker de vraag stelt; is het voordeel dan wel groot genoeg? De Voorzitter zou allereerst wel eens van de leden willen horen of men voor een bepaalde oplossing is. Mevr. TJiTiersrna informeert of het de bedoeling is bij aan- schaffing van een grote ketel tevens een oliestookinrichting te laten aanbrengen. Dit wordt door de Voorzitter bevestigd, doch hij zou graag zien, dat de Raad zich voor een bepaalde oplossing uitsprak. De heer de Vries vindt het moeilijk om tegen een bepaalde oplossing te zijn en voor een andere. Spreker vindt dat het zo weinig mogelijk moet kosten nu het bij de overname geen taxa- tiepost uitmaakt. Overigens stelt spreker zich op het stand- punt, dat het voor Leeuwarden wel heel veel verschil zal uit- rnken of het gemeentehuis in prima of desolate toestand ver- keert. Als men echter bij investering f 3000.- kan besparen en het toch behoorlijk warm kan krijgen, dient dit, volgens spreker, ernstig te worden overwogen, Hij is evenwel gereser- veerd in zijn beweringen, omdat hij technisch de zaak niet kan beoordelen. Hij wil graag aannemen, dat een geheel nieuwe in- stallatie op de duur voordeliger is, maar waar elk ogenblik he t gemeentehuis kan overgaan, is spreker wel een beetje hui- verig hiertoe te besluiten. Spreker zou willen dat Burgemeester en vethouders eens konden nagaan hoe lang de tegenwoordige si- tuatie bestendigd zal blijven. Yoofzitter denkt, dat wij nog wel kunnen rekenen op zo'n termijn, aat de brandstofbesparing de meerdere kosten al gedekt zal hebben. Spreker wil nog eens herhalen, dat er diver se mogelijkheden zijn, die aile in het voorstel - dat juist hierom wat uitvoerig is - zijn aangegeven. Doch wat wij ook aanschaffen, zegt spreker, in elk geval moet z.i. worden over- gegaan tôt het stoken met olie omdat wij deze kosten al in 5 jaren eruit kunnen halen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1952 | | pagina 13