-2,07.354.1
Onde rwerp
Ketel centrale ver-
warming Gerneentehuia
H u i z u m,
18 September 1952.
Een der ketels van de centrale verwarming in het
gerneentehuia baart al enige jaren zorgen. In 1942 is over-
gegaan tôt aanschaffing van twee ketels met een capaciteit
van resp. 110.000 en 42.000 cal., omdat een toen bestelde
grote ketel (cap. 150,000 cal.) wegens de oorlogsomstandig-
heden niet geleverd kon worden.
Een tijdlang is van het feit, dat er twee ketels waren,
die onafhankelijk van elkaar gestookt konden worden, profijt
ge trokken.
In een kil najaar of een zacht voorjaar behoefde slechts
de kleinste ketel dienst te doen of werd alleen de grote een
weinig gestookt, Alleen bij normale en felle kou moesten
beide ketels in bedrijf gesteld worden.
De in de laatste jaren geregeld voorkomende lekkages en
de daarop gevolgde herstellingen hebben aan het licht ge-
bracht, dat de kwaliteit van de ketels niet zodanig is ge-
v;e est al s onder normale omstandigheden verwacht had mogen
/orden. We kunnen gerust aannemen, dat het oorlogsproducten
zijn.
Phans is de grote ketel gedemonteerd en uit een door een
deskundige opgemaakt rapport blijkt, dat het niet verant-
woord is nogmaals een belangrijk bedrag aan reparaties ten
koste te leggen, omdat niet gegarandeerd kan worden, dat de
gebreken dan voor lange tijd afdoende verholpen zijn. Inte-
gendeel, de wanden van de watermantel vertonen zoveel dunne
plekken dat elk ogenblik opnieuw lekkage kan optreden.
Van deskundige zijde is ons dan ook geadviseerd over te
gaan tôt aanschaffing van een nieuwe ketel.
Nu bestaan er twee mogelijkheden, n.l.s
1°. Naast de bestaande nog bruikbare kleine ketel een nieuwe
aan te schaffen van zodanige constructie dat - als de oude
ketel zich begeeft en vervangen zou moeten worden deze
nieuwe ketel kan worden uitgebreid met zoveel leden als voor
een voldoende capaciteit nodig is, of
2°. reeds thans over te gaan tôt aanschaffing van één nieuwe
grote ketel,
Toepassing van de eerste mogelijkheid zou vrij zeker op
dit ogenblik uit financieel oogpunt de voorkeur verdienen"
doch of dit voor de toekomst ook voordeliger is valt te be-
twijfelen, omdat niet voorbij gezien moet worden, dat het
tijdstip van noodzakelijke vervanging van de thans nog in
behoorlijke staat verkerende kleine ketel allerminst vast
ligt. En deze vervanging zalhetzij vroeg of laat hetzelfde
- zo niet meer - moeten kosten als wat thans bespaard kan
worden, Bovendien speelt de te gebruiken brandstof een grote
roi, oteeds meer gaat men over tôt het toepassen van olie—
stookinrichtingen. Ook wij hebben de mogelijkheden en even-
tuele voor- en nadelen onder ogen gezien en willen als onze
aanvankelijke mening te kennen geven dat het o.i, technisch
niet wenseli jk is onder de oude kachel een kolenvuur te heb
ben en de nieu?/e met olie te stoken, omdat beide vuren auto-
matisch moeten reageren op de warmte van het ketelwater.
de R a a d.
B:j!age nr. (j
r.otulen Raadi^/^