- 4 -
De heer Zondervan vraagt, wanneer eventueel met het werk
zou kunnen worden begonnen.
De Voorzitter antwoordt, dat volgens de architect het aan-
brengen van een deklaag tegen Mei 1953' zou kunnen geschieden.
De hèer Zondervan is met de gedane mededelingen tevreden
ge s te Id
De heer Toisrna informeert of men oolc enige verwachting heeft
wanneer een eventuele toezegging van Gedeputeerde Staten zou
kunnen afkomen.
De Voorzitter lijkt het gevaarlijk hier een termijn te noe-
men.
Zonder verdere bespreking wordt de mededeling van de Voor-
zitter voor kennisgeving aangenomen.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt verlenging van
het contract met de N.V. Ned. Thermo-Chemische ï'abrieken inza-
ke de destructie van afgekeurd vee en vlees.
Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 1)»
Het wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming aangeno
men.
4. Verzoek van B. Stuivenvolt te Cornjum om een tegemoetkôming
uit de gemeentekas overeenkomstig artikel 13 der Lager Onder-
wijswet 1920 met voorstel van Burgemeester en Wethouders.
Het voorstel luidt al s volgt; bijlage 2.
Zonder bespreking en hoofdelijke stemming verenigt.de Raad
zich met de inhoud hiervan en stelt het navolgende besluit
vast (bijlage 3).
5. Voorstel van Burgemeester en "Wethouders tôt aanvulling van
de verordening op de Winke lslui ting voor zover betreft het ge-
opend hebben van kapperszaken tôt 19 uur.
Dit voorstel luidt alduas bijlage 4.
De heer Hoekstra vraagt, of de politie het recht heeft pro-
ces-verbaal op te maken wegens het aanwezig zijn in een kappers-
zaaK na het sluitingsuur
Voorts vraagt spreker of het bekend is, dat uitoefening van
kapperswerkzaamheden op de middag, dat de zaken gesloten moe-
ten zijn, nog, evenals vroeger, doorgang vindt. Hij weet niet
of dit geschiedt in een bleek met een heg erom heen of in een
schuurtje maar het euvel schijnt voor te komen.
De Voorzitter adviseert om, al s hiervan iets blijkt, de po
litie ervan op de hoogte te stellen.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt hierna
zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarna het besluit
wordt vastgesteld, dat als bijlage 5 aan deze notulen is ge-
he cht.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van
de verordening ex artikel 4, eerste lid, van de Winkelslui-
tingswet 1951.
Het betrekkelijke voorstel is van de volgende inhoud (bij
lage 6).
