16. Verzoek van.Mw. H. Postma - van der Harst te Jelsum om een
te gemoe tkoming uit de gemeentekas als bedoeld in art. 13
der Lager Onderwijswet 1920, met voorstel van Burgemeester
en Wethouders.
17. Voorstel van Burgemee ster en Wethouders tôt wijziging van
de gemeente begroting, dienst 1953.
Voorzitters de heer A. de Boer, Burgemee ster.
Aanwezig 11 leden t.w. de dames W. D. Deelstra-Spoelder en B.
Wiersma-Bergstra en de heren P. Th. Dijkstra, H. Dondervan,
L. Poepjes, S. van der Ploeg, S. de Vries, J. Tolsma, G. Hoek-
stra, D.P. Bouma en B.R. Dijkstra.
De Voorzitter opent de vergadering en zegt, dat alvorens
overgegaan kan worden tôt afhandeling van de agenda eerst nog
beëdiging van de heer S. de Vries moet plaats hebben, omdat
deze in de vorige vergadering niet aanwezig kon zijn wegens
verblijf in he t buitenland. Spreker is er wel van overtuigd,
dat de heer de Vries zelf goed weet, dat he t geen ijdele woorden
zijn, die de inhoud van het eedsformulier uitmaken.
Nadat de heer de Vries in handen van de Voorzitter de in ar~
tikel 45 der Gemeentewet voorge schreven eden heeft afgelegd,
wenst de Voorzitter de benoemde g'eluk met zijn installatie als
lid van de nieuwe gemeenteraad. Spreker meent te rnogen veronder-
stellen, dat de bevordering van de belangen der gemeente goed
neergelegd zijn in handen van benoemde, gezien de wijze, waarop
hij die belangen in de afgelopen période gediend heeft.
1. Notulen.
De heer Tolsma zegt, dat hetgeen door hem bij de rondvraag
gezegd is omtrent de verbetering van de openbare lagere school
te Stiens niet juist is weergegeven of verkeerd is begrepen. Hij
achtte het wèl van belang, dat de ouders actie gingen voeren
voor verbetering van de school.
De Voorzitter zegt, dat van deze mededeling van de heer
Tolsma nota is genomen, waarna de notulen worden vastgesteld.
2. Ingekomen stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat de navolgende stukken zijn in-
ge k ome n s
a. een bericht van de Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d.
14 September 1953, 3e afd. no. 69, houdende mededeling, dat
in beginsel geen bezwaar bestaat tegen de 9e wijziging van
de gemeentebegroting, dienstjaar 1953s
b. alsvoren d.d. 28 September 1953, 3e afd., no. 73, bevattende
een soortgelijke mededeling ten aanzien van de 7e wijziging
dier begroting;,
een mededeling van hetzelfde collège, dat ingestemd wordt
met het besluit van de Raad van 1 September 1953, waarbij
het Koninklijk Besluit van 4 Augustus 1953 (Stbl. 375) strek-
kende tôt verbetering van de financiële positie van burger-
lijk Rijkspersoneel van overeenkomstige toepassing wordt
verklaard op het daarvoor in aanmerking komende gemeente-
personeel