-2.07.515 r
Onderwerps
Presentiegeld
Commissies
Bridge nr.
notulen Raad:^ >J' H U i z u m, 22 Juni 1954.
Het komt voor, dat door ons personen worden aangezocht
om in gemeentelijke commissies zitting te nemen, die bezwaar-
lijk hieraan kunnen voldoen omdat zij, in loondienst zijnde,
de inkomsten niet kunnen derven, die aan hun particulière
werkkring zijn verbonden.
Wijhebben het minder wenselijke van deze toestand bij
herhaling moeten ondervinden. Ten eerste zijn wij hierdoor
zeer beperkt in onze keus om voor een bepaalde commissie de
meest geschikte personen te krijgen en ten tweede mag het
o.i« niet voorkomen, dat iemand, die zich geroepen gevoelt
om zijn tijd voor de publieke zaak op te offeren en zich
daarvoor naar de mate van zijn geschiktheid te geven, geen
schadeloosstelling ontvangt.
In de loop_derjaren zijn door U resp. door ons de navol-
gende commissies ingesteld; een adviescommissie als bedoeld
in artikel2 der regelen omtrent de toepassing van artikel 1
der v/oonruimtewet 1947, een adviescommissie als bedoeld in
artikel 8 dier wet, een commissie ter beoordeling van de
aanvragen om toepassing van de Noodwet Ouderdomsvoorziening,
een commissie voor beoordeling van aanvragen om crediet bij
de Stichting Volkscrediet
Wij achten het wenselijk aan de leden van deze commissies
een presentiegeld toe te kennen.
Het bedrag hiervan ware te bepalen overeenkomstig de ver-
goeding, welke de leden van ïïw Raad genieten voor het bijwo-
nen van afdelings- en commissievergaderingen.
Deze vergoeding werd bij de behandeling van de begroting
voor 1954 vastgesteld op f 1,50 per vol uur met een minimum
van f 3.en^een maximum van f 10,50 per dag, een gedeelte
van een uur méér dan een half uur, voor een vol uur te rekenen
en minder dan een half uur te verwaarlozen.
Wij geven U in overweging een besluit in die zin te nemen
en daarvoor de nodige posten op de begroting uit te trekken.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
De Secretaris,
Aan
de Raad.