- 2 -
Het leek ons om verschillenâe redenen gewenst een geheel
nieuwe verordening te ontv/erpen, waarvan U het concept hierbij
wordt aangeboden.
Als grondslag van de heffing geldt over het algemeen de on
zuivere ophrengst van de entréeprijzen»
Omdat in de verordening onder "onzuivere ophrengst" wordt
verstaan al hetgeen ontvangen wordt aan entréegeld (met inbegrip
dus van de toeslag, welke het publiek eventueel door hen, die
voor de bêlasting aansprakelijk zijn, wordt in rekening gebracht)
wordt het tarief der belasting uitgedrukt in een breuk van de
onzuivere ophrengst, teneinde te voorkomen, dat belasting van
belasting wordt geheven. Dit brengt met zich mede, dat bij de
voorgenomen heffingspercentages van b.v. 20 in de verordening
als tarief 20/120 van de onzuivere ophrengst dient te worden
vermeld.
In dit verband wordt ook gewezen op de jurisprudentie van de
Hoge Raad. In een arrest van 27 Juni 1934 wordt n.l. overwogen,
dat het niet aangaat om, als de verordening bepaalt, dat een
zeker percentage wordt geheven van de van de bezoekers gevor-
derde entréegelden, die gelden te onderscheiden in een gedeelte,
dat als belasting ten behoeve van de gemeente zou worden gehe
ven en een ander gedeelte, dat als entréegeld in engere zin
de ondernemer ten goede zou komen.
Wij hebben het voorts nodig gevonden in de nieuwe verorde-
ningen enkele verduidelijkingen aan te brengen speciaal met
betrekking tôt gevallen waarin aanspraak op vrijstelling kan
worden gemaakt.
Bij de uitvoering van de bestaande verordening worden in de
practijk wel eens moeilijkheden ondervonden.
Wij geven U in overweging overeenkomstig de artikelen 269
en 277 letter i der gemeentewet tôt vaststelling van de veror
dening te besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Deeuwarderadeel
De Secretaris,