-2.08.17 Bîjîage nr. Ci otulen RaâêiJo/^ j'c/ De Raad der gemeente LEEUWARDERADËEL5 G-elezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 31 Mei 19545 B e s 1 u i t s de Verordening houdende bepalingen letreffende de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder indienstneming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht kan plaats hebben door of vanwege de ge meente Leeuwarderadeel, vastgesteld bij raadsbesluit van 30 Juli 1935, laatstelijk gewijzigd 25 Eebruari 1953, te wiizigen als volgts Artikel I. Na artikel 13 worden de volgende artikelen ingevoegd; Artikel 13a. 1. De arbeider heeft voor elke kalendermaandwaarin hij over ten minste zes bien dagen loon heeft genoten, aanspraak op een vacan tieuitkering. 2. De vacantieuitkering bedraagt voor elke maand als in het vorige bet.oeld 2 van het maandloon, dat voor de arbeider geldt op het bijdstip, aangegeven in artikel 13c, derde lid. Voor de toe passing van dit lid wordt onder maandloon verstaan het loon per maand in de zin van artikel 5, voor zoveel dit in de pensioens- grondslag is opgenomen of zou zijn opgenomen, indien de arbeider ambtenaar in de zin van de Pensioenwet 1922 (S. 240) zou zijn. 3. De vacantieuitkering wordt genoten bij wijze van tijdelijke toelage Artikel 13b. 1. Het bepaalde in artikel 13a is mede van toepassing op de ge- wezen arbeider, die na de beëindiging van zijn dienstbetrekking nog aanspraak heeft op loon. Het is echter niet van toepassing op de arbeider of de gewezen arbeider, wiens loon is bepaald volgens de loonregeling neerge- legd in de collectieve arbeidsovereenkomst geldende voor overeen- komstig personeel in het particulière bedrijf. 2. Voor de toepassing van artikel 13a worden met dagen waarover de arbeider loon heeft genoten, gelijkgesteld de dagen, waarover hij krachtens artikel 8 geen loon heeft genoten, 3. Het bepaalde in artikel 13a is niet van toepassing op het tijdvak, na afloop waarvan ingevolge artikel 8, tweede lid, aan spraak op gelijktijdig genot van burgerlijke en militaire belo- ning eerst ontstaat. Artikel 13c. 1. De vacantieuitkering wordt éénmaal per kalenderjaar uitbe- taald over de période van twaalf maanden, aangevangen met de maand Juni van het vooraf gegane kalenderjaar. 2. Zo nodig in afwijking van het bepaalde in het eerste lid vindt de uitbetaling 00k plaats bij beëindiging van de dienstbetrekking, tenzij deze zonder onderbreking door een andere dienstbetrekking als arbeider, dan wel als ambtenaar in de zin van het Ambtenaren- reglement wordt gevolgd en wel over het tijdvak, aangevangen met het einde van de laatstverlopen période als bedoeld in het eerste lid en eindigende tegelijk met het dienstverband. 3.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1954 | | pagina 39