3. Het tijdstip, bedoeld in artikel 13a, tweede lid, is;
a. bij toepassing van het eerste lid van dit artikel: 1 Janu
ari van het kalenderjaarwaarin de vacantieuitkering wordt
uithetaaldof, indien de arheider, dan wel de gewezen arbei-
c.er op die datum nog geen arheider was, de datum, waarop hij
deze hoedanigheid heeft verkregen;
h. hij toepassing van het tweede lid van dit artikel:
1. indien de diensthetrekking eindigt voor of op 1 Juni van
het lopende kalenderjaardezelfde datum als hij toepassing
van het eerste lid;
2. indien de diensthetrekking eindigt na de onder 1 genoemde
dag, de datum van heëindiging van de diensthetrekking.
4. Indien de arheider deze hoedanigheid heeft verkregen in de
loop van de eerste vijf maanden van het kalenderjaarwaarin de
vacantieuitkering wordt uithetaald en hij tevoren amhtenaar was
in de zin van het Amhtenarenreglement, wordt, hij toepassing van
het eerste lid, de vacantieuitkering berekend naar reden van 2
van de maandwedde in de zin van artikel 52a van het Ambtenaren—
règlement, welke voor hem gold op 1 Januari van het lopende ka-
lencerjaar, of, indien hij op die datum nog geen amhtenaar was,
op de datum, waarop hij die hoedanigheid verkreeg.
5» Voor de toepassing van dit artikel wordt met de heëindiging
van de diensthetrekking gelijkgesteld de heëindiging van de
doorbetaling van het loon van de gewezen arheider, hedoeld in
artikel 13b, eerste lid.
Artikel 13d.
Burgemeester en Jethouders kunnen nadere voorschriften geven
ter uitvoering van de artikelen 13a tôt en met 13c.
Artikel II.
1. Dit hesluit wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Juni
1954.
2. Het heeft terugwerkende kracht tôt 1 Juni 1953, met dien ver-
s i^andedat over het tijdvak van 1 Juni 1953 tôt 1 Januari 1954
geen aanspraak op vacantieuitkering hestaat voor hen, die op de
datum van inwerkingtreding niet meer zijn arheider in de zin van
het Arbeidsovereenkomstenbesluit.
Vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn openhare vergade-
ring van Juni 1954.
Voorzitter
Secretaris