-1.851.2B
07-2
rotulen Raadu i z u m 11 October 1954.
Onderwerp
Instandhoudingsvergoeding
Bijzondere Lagere Scholen
over 1953.
Door de besturen der in deze gerneente geves-
tigde bijzondere scholen voor gewoon lager onderwijs zijn aanvra-
gen ingediend voor de toepassing van artikel 101 der Lager Onder-
wijswet 1920 over het jaar 1953.
Krachtens dit wetsartikel vergoedt de gerneente over elk dienst-
jaar aan de besturen van bijzondere lagere scholen, die aan de
wettelijke eisen voldoen, de kosten dier scholen, met uitzondering
van de jaarwedden en wedden der onderwijzers
Deze vergoeding wordt berekend over het gemiddeld aantal leer-
lingen volgens de maatstaf van artikel 28 der wet en bedraagt per
leerling, hetgeen krachtens artikel 55 bis dier wet voor dat jaar
(dus voor 1953) beschikbaar was gesteld ten behoeve van de open-
bare lagere scholen.
Bij Uw besluit van 25 Bebruari 1953 werd laatstbedoeld bedrag
vastgesteld op f 35,77, terwijl het aantal leerlingen over 1953
bedroeg van de school te Stiens; 117 2/3 en van die te Britsum..
83 1/3.
De gerneenteraad behoort voor 1 December het bedrag vast te
stellen van de vergoeding, waarop de schoolbesturen over het afge-
lopen jaar aanspraak hebben, alsmede het bedrag der voor vergoe
ding in aanmerking komende uitgaven.
Uit de overgelegde kwijtingsbewijzen is ons gebleken, dat kwi-
tantie no. 5 in rekening gebracht door het bestuur van de bijzon
dere school te Britsum tôt een bedrag van f 45.-, alsnog met
f 17.- moet worden verminderd welk bedrag aan M. Mulder over 1952
te veel is uitbetaald aan loon en in 1953 wederom is ingehouden,
terwijl kwitantie no's 39 en 95 door het bestuur van de bijzondere
lagere school te Stiens tôt bedragen van resp. f 0,50 en f 0,09
te hoog in rekening zijn gebracht en het totaal der uitgaven
f 26.- te hoog is opgeteld.
Op grond van bovenstaande dient voor de bijzondere lagere
school te Stiens het bedrag der vergoeding te worden vastgesteld
op 117 2/3 x f 35,77 is f 4208,94 en het bedrag der voor vergoe
ding in aanmerking komende uitgaven op f 3612,15.
Voor de bijzondere lagere school te Britsum moet het bedrag der
vergoeding worden bepaald op 83 l/3 x f 35,77 is f 2980,83 en het
bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven op
f 2494,94.
Wij stellen U voor ten behoeve van bovengenoemde schoolbesturen
het bedrag der vergoeding en het bedrag der voor vergoeding in
aanmerking komende uitgaven vast te stellen, zoals hiervoren is
uiteengezet, waartoe een concept-besluit is bijgevoegd.
Burgemeester en 'tfethouders van Leeuwarderadeel
De Secretaris,
/an
de R a a d
Bijlage nr. 3"