- 2 -
7. Bij ongesteldheidafwezigheid of ontstentenis van een
lid kan de gemeente, voor welke het zitting heeft, tijdelijk
worden vertegenwoordigd door een ander door het collège van
durgemeester en wethouders aan te wijzen lid. Van diens aan-
wijzing geeft het collège tijdig kennis aan de commissie.
Artikel 5.
1. De commissie vergadert tenminste tweemaal per jaar en
voorts zo dikwijls als de voorzitter çlit nodig oordeelt of
tenminste twee leden dit, met opgaaf van redenen, verzoeken.
2. Tenzij de commissie in bijzondere gevallen anders be~
sluit, neemt het hoofd van de keuringsdienst deel aan de be-
raadslagingen. Hij heeft een adviserende stem.
3. Met toestemming van de commissie kan een^lid zich bij de
behandeling van bepaalde onderwerpen door een of meer amb-
tenaren zijner gemeente doen bijstaan.
Artikel 6
1. Aan het hoofd van de-keuringsdienst staat een Keurings-
veeartsHoofd van Dienst. Verder zullen zo nodig aan de
dienst zijn verbonden één of meer hulpkeurmeesters. Omirent
de noodzakelijkheid van het aanstellen van een of meer hulp
keurmeesters, alsmede het aanwijzen van hun standplaats,
beslist de commissie.
2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde ambtenaren
worden benoemdgeschorsi en ontslagen voor zover de Keu-
ringsveeartsHoofd van Dienst, betreftdoor de raad en,
voor zover de hulpkeurmeesters betreft, door burgemeester en
wethouders van de centrale gemeenteDe benoeming vindt
plaats uit een voordracht van de commissie, die voor elke
benoeming een voordracht van zo mogelijk tenminste twee
personen indient.
3. Omirent schorsing en ontslag, anders dan op eigen verzoek,
wordt de commissie gehoord. Ingeval onvoorziene omstandig-
heden een directe aanstelling van tijdelijk personeel ver-
eisen, zijn burgemeester en wethouders der centrale gemeente,
na overleg met de leden der commissie, bevoegd tôt benoeming
voor een termijn van ten hoogste zes maanden over te gaan.
4. Het bestuur van de centrale gemeente stelt voor de^amb-
tenaren van de keuringsdienst een instructie vast. Voor de
vaststelling hiervan wordt de commissie in de gelegenheid
gesteld van de ontwerpen dier instructies kennis te nemen
en haar gevoelens daaromirent te uiten.
Artikel 7
1. De Keuringsveeartshoofd van dienst, heeft als stand
plaats de centrale gemeente. Hij dient zijn woonplaats binnen
de Kring te hebben. In bijzondere omstandigheden kan hiervan
door de commissie tijdelijk onthefiing worden verleend. Hij
verschaft de commissie en de leden van de commissie de ±n-
lichtingen, die zij nodig achten. Hij dient jaarlijks, voor
1 Maartbij de commissie een verslag in aangaande de toe-
stand en gebeurtenissen de dienst betreffende, gedurende het
afgelopen dienstjaar.
2. De commissie zendt dit verslag in afschrift aan de aan-
gesloten gemeenten.