3. Indien de in het tweede lid van dit artikel bedoelde inkom-
sten en uitgaven een nadelig saldo aanwijzen beslist de commis-
sie binnen genoemde termijn of dit zal worden gedekt uit de
reserves, dan wel zal worden omgeslagen over de aangesloten
gemeente
4. De in het tweede en derde lid van dit artikel bedoelde uit-
kering en omslag geschieden voor de ene helft naar verhouding
van de keurlonen en andere inkomsten, over het betrokken dienst-
jaar ontvangen wegens ten behoeve van de ingezetenen van iedere
gemeente verrichte keuringen en andere diensten en voor de an
dere helft naar verhouding van de door het Centraal Bureau voor
de Statistiek gepubliceerde bevoMngscijfers van de deelnemen-
de gemeenten op 31 December van het aan het dienstjaar vooraf-
gaande jaar. In afwijking hiervan worden de vervoerskosten van
het personeel van de dienst over de gemeenten het Bildt en
leeuwarderadeel omgeslagen naar de verhouding 2 5- Aan de
verplichting tôt uitkering en betaling van omslag, als bedoeld
in het tweede en derde lid van dit artikel wordt voldaan binnen
14 dagen nadat daartoe is besloten.
5. Bij de voorlopige vaststelling der rekening, als bedoeld in
artikel 14, lid 2, kan de commissie een voorlopige beslissing
nemen, als bedoeld in het tweede en derde lid van dit artjlel,
en een voorlopige omslag opleggen aan de aangesloten gemeenten.
Deze omslag kan niet meer bedragen dan het voor elke gemeente
over het voorafgaande jaar verschuldigd bedrag.
Artikel 13.
1. De commissie stelt na ingewonnen advies van de keuringsvee-
arts, hoofd van dienst, de begroting voor het volgend dienst-
jaar voorlopig vast en zendt deze, vergezeld van een memorie
van toelichting vôor 1 Juni in afschrift aan de centrale ge
meente
2. De centrale gemeente stelt de begroting dienovereenkomstig
vast en zendt deze voorlJuli in afschrift aan de andere aan
gesloten gemeente.
3. Wijziging in de begroting geschiedt, behoudens ten aanzien
van de gestelde termijnen, overeenkomstig het bepaalde in het
eerste en tweede lid van dit artikel.
4. Behoudens in buitengewone gevallen van dringende spoed, kun-
nen geen uitgaven buiten de begroting geschieden.
Artikel 14.
1. De keuringsveeartshoofd van dienst, dan wel de krachtens
het eerste lid van artikel 11 aangewezen ambtenaar, zendt jaar-
lijks voor 1 Mei het ontwerp der rekening over het afgelopen
dienstjaar, gestaafd door bescheiden, aan de commissie.
2 ,De commissie stelt de rekening voorlopig vast en zendt deze
voor 1 Juli aan de centrale gemeente, welke haar vervolgens
onverwijld in afschrift aan de andere aangesloten gemeente
doet toekomen.
Artikel 13.
De vaststelling van de rekening der centrale gemeente door
gedeputeerde staten strekt die gemeente ten aanzien van de an
dere aangesloten gemeente, zover de^daarin goedgekeurde ont-
vangsten en uitgaven betreft, tôt déchargé, behoudens later in
rechten gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregel-
matigheden. De centrale gemeente geeft de andere aangesloten
gemeente van de vaststelling harer rekening, onder mededeling
van daarin mogelijk aangebrachte wijzigingen, kennis
Artikel 16.
1. Deze regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.