- 5 - 2. Zij treedt in werking met ingang van de eerste dag der maandvolgende op die van haar publicatie in de Nederlandse Staatscourant 3. Elke gemeente behoudt het recht van opzegging met ingang van een kalender jaarmits deze opzegging zes maander tevoren bij aangetekend schrijven ter kennis van de andere aangesloten ge meente wordt gebracht. 4. In geval van opzegging worden de baten en lasten waaronder begrepen eventueel voor de keuringsdienst uit de opzegging voortvloeiende financiele schade, met de uittredende gemeente verrekend naar de verhouding, omschreven in artikel 12, 4e lid, met dien verstande, dat deze wordt berekend over de laatste drie dienstjaren Artikel 17. 1. Onverminderd. het bepaalde in artikel 23a der Vleeskeurings- wet en de artikelen 11 t/m 15 der Wet gemeenschappelijke rege- lingen, kan wijziging van deze regeling niet plaats hebben dan met instemming van de beide aangesloten gemeenten. 2. Indien een der aangesloten gemeenten wijziging van de rege ling verlangt, zendt deze een hiertoe strekkend voorstel aan de commissie. De commissie brengt over dit voorstel binnen een maand advies uit aan de aangesloten gemeenten, eventueel verge- zeld van een ontwerp-besluit tôt wijziging. 3» Ook de commissie is bevoegd een voorstel tôt wijziging van de regeling aan de aangesloten gemeenten te doen. Zij doet dit voorstel vergezeld gaan van een ontwerp-besluit tôt wijziging. 4. Binnen twee maanden na ontvangst van het in het tweede lid bedoelde advies of het in het derde lid bedoeld voorstel wordt door de raden der aangesloten gemeenten over de voorgestelde wijziging beslist. Met de genomen beslissing wordt de andere aangeslotengemeente ten spoedigste in kennis gesteld. 5. Indien een der gemeenten wijziging van de regeling wenst en ter zake met de andere gemeente geen overeenstemming kan worden verkregen, wordt geacht een geschil te zijn ontstaan, dat door de meest gerede partij overeenkomstig artikel 7 der Wet gemeen- schappelijke regelingen aan de bevoegde instantie wordt voor- gelegd Artikel 18, Burgemeester en Wethouders van het Bildt dragen zorg voor het aanvragen van de krachtens artikel 6, eerste lid der Wet v gemeenschappelijke regelingen vereiste goedkeuringen, zomede voor het plaatsen in de Nederlandse Staatscourant van de in artikel 8 van evengenoemde wet vereiste bekendmakingen Artikel 19. In geval van beeindiging van deze regeling zonder dat er een nieuwe voor in de plaats treedt, zal het bedrag der door de com missie geschatte waarde van de aanwezige bezittingen, welke het eigendom blijven van de gemeente het Bildt, onder de aangesloten gemeenten worden verdeeld op gelijke wijze als is aangegeven in artikel 12, 4e lid, omirent de verdeling van de winst of het verlies. Deze verdeling moet geschieden binnen 6 maanden na het beeindigen van deze regeling.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1954 | | pagina 51