A
-1.777.51
Onderwerp;
Verordening ex art.
Hinderwet
H u i z u m, 6 December 1954-
Bij ïïw besluit van 18 Maart j.l. werd een verorde
ning vastgesteld als "bedoeld in artikel 3 der Hinderwet.
Doel van deze verordening was hoofdzakelijk het mogelijk
te maken, dat op de Vliegbasis leeuwarden militaire werken -
behalve schietbanen - konden worden aangelegd, gewijzigd en
uitgebreid, zonder vergunning van het gemeentebestuurVoor
de motivering hiervan verwijzen wij naar ons voorstel d.d.
9 Maart 1954.
Deze verordening was onderworpen aan de Koninklijke goed-
keuring en één dezer dagen is van de Staatssecretaris van
Sociale Zaken bericht ontvangen, dat vorenbedoelde goeikeu-
ring niet zal worden bevorderd.
Genoemde bewindsman tekent hierbij aans "De Hinderwet van
"15 Mei 1952 huldigt het beginsel, dat de overheid op dezelf-
"de voet als de particulier een Hinderwetvergunning dient aan
"te vragen, terwijl voor de gevallen, dat de oprichting, het
"in werking brengen en het in werking houden in het algemeen
"belang geboden zijn, de w.et de mogelijkheid opent tôt het
"volgen van een andere procédure (art. 4» lid 3, sub b, en
"art. 25, lid 6). Indien de onderwerpelijke verordening de
"Koninklijke goedkeuring verkreeg, zou naar mijn mening een
"toestand worden geschapen, welke in strijd is met bovenge-
"noemde beginselen.
Dit is voor ons aanleiding U te adviseren ïïw besluit van
18 Maart 1954 regelende het in margine aangehaald onderwerp,
in te trekken.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel,
De Secretaris,
Aan
de R a a d.
Bijlage nr. X/
rotulen Raadh 9//Z j"v
t *juv.-Uu.»