- 7 - He u wordt zonder "bespreking en hoofdelijke stemming aange- nomen, waarna het besluit wordt vastgesteld, dat als bijlage no. 10 aan deze notulen is gehecht. 8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om de aan twee oud- i gemeentewerklieden toegekende bijslag op hun pensioen te ver hogen. Burgemeester en Wethouders schriiven hierover het volgende (bijlage 11). De heer Zondervan vraagt waarom er niet eerder wat in deze zin gedaan is. Mevrouw Y/iersma zou gaarne zien, dat de verhoging dan met terugwerkende kracht gegeven wordt. Op verzoek van de Voorzitter geeft de Secretaris een nadere toelichting, hierop neerkomende, dat onder de werking van de tegenwoordige verordening het niet mogelijk was de gemeentelijke toeslag te verhogen, omdat het verschil wordt bijbetaald tussen hetgeen aan gemeentelijk pensioen uit het oude gemeentelijke pensioenfonds ontvangen zou zijn en het uit het Algemeen Burger- lijk Pensioenfonds genoten wordende pensioen. In de loop der jaren werden op de pensioenen van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds verschillende toeslagen verleend. Daar ingevolge een wetsbepaling pensioen en toeslag als een éénheid wordt beschouwd, valt een vergelijking tussen oud gemeentelijk pensioen en tegenwoordig rijkspensioen (plus toeslagen) meestal in het nadeel van het eerste uit, wat tôt gevolg zou kunnen hebben, dat de gemeentelijke toeslag kwam te vervallen. Thans vraagt de Minister van Binnenlandse Zaken aan de ge- meentebesturen gemeentelijke pensioenen te verhogen, voor zover deze daarvoor in aanmerking komen. Dit is voor Burgemeester en Wethouders aanleiding geweest de Raad voor te stellen de toeslag uit de gemeentekas in dezelfde verhouding te verhogen als het rijkspensioen door de voor en na verleende toeslagen werd ver- hoogd. Zonder verdere bespreking of hoofdelijke stemming verenigt de Raad zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. 9» Voorstel van Burgemeester en Wethouders om definitief te voorzien in de vacature van schoonmaker aan de openbare lagere school te Stiens. Burgemeester en Wethouders schrijven terzake de Raad het vol gende (bijlage 12). De heer Zondervan vraagt, waarom het zo lang geduurd heeft eer Burgemeester en Wethouders met een voorstel konden komen om in de vacature te voorzien. Voorzitter antwoordt hierop, dat het voor beide partijen nodig was te onderzoeken of het kon zoals Burgemeester en Wet houders zich dat hadden voorgesteld. Visser, die van 1 Januari j.l. af tijdelijk als zodanig werkzaam is, kon steeds normaal teruggesteld worden. De Voorzitter licht de Raad nog nader in over de ingekomen sollicitaties en zet uiteen waarom hieruit niet een keus gedaan kon worden. De heer Zondervan herhaalt, dat het een vreemde indruk maakt, dat Visser nu nog aangesteld moet worden, terwijl hij al lang in functie is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1955 | | pagina 13