De Voorzi bter leest een ingekomen schrijven voor van het afwezige raadslid îEolsma, waarin deze vraagt waarom de grond vanaf de overweg "tôt aan de reed naar de boerderijen van Brans Gerbens en Gaele Miedema niet wordt overgenomen. Verder vraagt de heer Tolsma of er behalve D.A. Nijp niet meer eigenaren zijn van de reed. De Voorzitaer vraagt de heer Bouma of deze hieromtrent mis- schien nadere inlichtingen kan verstrekken. De heer Bouma antwoordt, dat door gewijzigde plannen, de aankoop van "bedoelde grond niet meer nodig is. Inderdaad zijn er meer eigenaren van hedoelde reed dan alleen D.A. Nijp. De heer Hoekstra; :îKan één van de eigenaren dan geen roet m het eten gooien?:i De heer Bouma veronderstelt, dat dit niet zal gebeuren. De eigenaren zijn blij, dat ze van het onderhoud af zijn. De heer Hoekstra zegt, dat in de stukken steeds wordt ge- oproken over de ka,da,s'tr8,le gemeente sec*tie zoveel enz» 9 hetgeen voor de raadsleden niet erg duidelijk is. Wethouder Di^kstra merkt op, dat de wijze, waarop de overname van de grond in deze gemeente geschiedt, zeer bevredigend is. Dr worden taxateurs benoemd en met de bedongen prijzen gaan de eigenaren accoord. De itaad moet er dus wel mee instemmen. De heer Bouma; Op dat stuk van zaken heeft Leeuwarderadeel wel een tien. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen en vastgesteld wordt he g besluit, dat als bijlage 20 aan deze notulen is gehecht. 13. Benoeming van een tuinman in gemeentedienst. De voordracht van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt; 1. G. v.d. Zwaag, Perkswaltje 2 te Leeuwarden, 2. W. v.d. Ploeg, Tussendijken 28 te Bergum. De heer Bouma vraagt of in een kleine gemeente als deze wel een tuinman en een straatmaker noodzakelijk zijn. Pe "^ooyzitter vindt van wel. De omvang van het werk is dus- danig, dafc hiervoor gemakkelijk iemand in dienst kan worden ge— nomen, waarbij nog komt, dat de betrokkenen genegen zijn, ge durende de tijd, dat zij niet in hun eigen afdeling werkzaam kunnen zijn, ander werk te verrichten. In overleg met gemeentewerken is nagegaan de oppervlakte van de straten in deze gemeente en toen is na vergelijking met soor cgelijke gemeenten wel gebleken, dat er doorlopend werk voor een straatmaker is. Ook voor een tuinman is wel het gehele jaar werk, zoals 2 x snoeien enz. hetgeen de heer Hoekstra overigens ook wel zal kunnen beoordelen, veronderstelt de Voorzitter. Men heeft dan ook geen wisseling meer in het personeel, belast met het onder houd, hetgeen de plantsoenen zeer zeker ten goede zal komen. De heer Zondervan zegt, dat bij de begroting tôt de aanstel- ling reeds in principe is besloten. Hij vraagt of onder de sollicitanten ook iemand was, die tôt de Gereformeerde Kerk behoorde. Hij wil Burgemeester en Wethou ders niet van partijdigheid beschuldigen, maar vindt het toch wat eigenaardig, dat onder het gemeentepersoneel geen personen zijn, die de Gereformeerde godsdienst belijden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1955 | | pagina 11