2. Ingekomen stukken.
De Voorzitter geeft lecture van de navolgende ingekomen
stukken:
a. een schrijven van de Minister van Binnenlandse Zaken dd. 18
November 1955 ter begeleiding van het bij Koninklijk Besluit
van 11 November 1955, no. 7, goedgekeurde raadsbesluit d.d.
29 September 1955 tôt heffing van opcenten op de hoofdsom
der grondbelasting;
b. een besluit van de Gedeputeerde Staten d.d. 14 November 1955,
3e afd. no. 11, tôt vaststelling van de gemeenterekenine;,
dienst 1953;
c. alsvoren d.d. 21 November 1955, 4e afd., no. 204, houdende
goedkeuring van het raadsbesluit van 17 November 1955, waar-
bij nadere voorwaarden werden vastgesteld in verband met de
aankoop van stroken grond voor wegverbetering van Watze van
der Wal te Pinkum;
d. alsvoren d.d. 28 November 1955, 3e afd., no. 97, houdende
goedkeuring van het raadsbesluit van 17 November 1955, waar-
bij met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten werd over-
eengekomen, dat het maximum crediet in rekening-courant voor
1956 f 150.000.- zal bedragen;
e. alsvoren d.d. 5 December 1955, 3e afd., no. 117, tôt goed
keuring van de 12e wijziging van de gemeentebegroting,
dienst 1955 (raadsbesluit van 17 November 1955);
f. het verslag van het Nederlands Congres voor openbare gezond-
heidsregeling gehouden te Utrecht op 7 Juni 1955;
g. een verslag van de officiële opening van het nieuwe kantoor-
gebouw van de O.T.O.S. te Leeuwarden.
Namens Burgemeester en Wethouders stelt de Voorzitter voor
de stukken vermeld onder a tôt en met e voor kennisgeving aan
te nemen en die onder f en g bedoeld bij de leden te doen cir-
culeren.
Zonder bespreking verenigt de Raad zich hiermede.
3. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt verlenging van
de onfcruimingstermijn van de onbewoonbaar verklaarde woningen
Tichelwerk nos. 16 tôt en met 19.
Dit voorstel is van de volgende inhoud (bijlage 1).
De Voorzitter voegt hier aan toedat voor enkele van de
bewoners reeds nu al getracht wordt een andere woning te vin-
den.
Zonder verdere bespreking aanvaardt de Raad het gedane voor
stel en stelt zonder hoofdelijke stemming het navolgende be
sluit vast (bijlage 2).
4. Aanwijzing van vertegenwoordigers in de commissie van geor-
ganiseerd overleg.
De Voorzitter lijkt het wenselijk, dat uit elke fractie één
vertegenwoordiger in bovenbedoelde commissie zitting neemt.
De Raad gaat hiermede accoord.
