- 11 - De heer van der Ploeg meent te weten, dat de candidaat- bewoners denken, dat zij er wel in kunnen blijven, als één der echtgenoten komt te overlijden. Dit lijkt spreker een zeer moeilijk probleem. De Voorzitter zegt, dat de consequentie meebrengt, dat de bejaarden-woningen inderdaad bewoond worden door de catégorie personen, waarvoor zij bestemd zijn. Wethouder Pi,jkstra brengt in het midden, dat de indeling van het hoofdgebouw zodanig is, dat allen daarin zelfstandig wonen. Alleen de verzorging is centraal geregeld; verder zijn de bewoners grotendeels vrij in hun doen en laten. Het is wel een vraag, die overweging verdient of de candidaat-bewoners van de bejaarden-woningen er voldoende van doordrongen zijn, dat deze bestemd zijn voor echtparen» De Voorzitter zegt, dat als men hem de vraag steldes "Wie komen in de kleine huisjes?" en als men dan de lijst van de gegadigden ziet, hij zou moeten antwoorden; zij die daar de meeste behoefte aan hebben zullen worden opgenomen. Bij het maken van een keuze zal slechts in zoverre rekening gehouden kunnen worden met de welstand der aspirant-bewoners als dit een roi speelt bij het behoefte-element Hierna is de vergadering gesloten. Aldus vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn openbare vergadering van 29 Maart 1956. Voorzitter. ^^j^Secre taris

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1956 | | pagina 21