14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan
tôt onteigening van een strook grond van R.J.Brunner te Stiens
voor aanleg van een gedeelte trottoir.
Dit voorstel luidt als volgts (bijl 16.)
Het wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming aange
nomen en vastgesteld wordt het navolgende besluits
De Raad der gemeente Leeuwarderadeel;
Overwegende, dat het voor de aanleg van een trottoir
langs de Uniaweg te Stiens noodzakelijk is, dat de eigendom
wordt verkregen van na te noemen perceelsgedeelte
dat het aan Burgemeester en Wethouders niet^gelukt îs om
langs minnelijke weg tegen aannemelijke prijs hiervan voor de
gemeente de eigendom te bekomen?
dat in verband hiermede ten name der gemeente onteigening
dient plaats te vinden overeenkomstig het bepaalde in titel
Ha van de Onteigeningswet;
G-elezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders dd.
9 Augustus 1956 5
B e s 1 u i t s
le. over te gaan tôt onteigening ten name van deze gemeente
vlA het noorawestelijk gedeelte ter grootte van ongeveer 26 m2
van het kadastrale perceel gemeente Hijum, Sectie B, no. 14»
bekend als erf, in eigendom toebehorende aan Rudolf Johannes
Brunner, arts te Stiens.
2e. aan Hare Majesteit de Koningin te verzoeken het te ontei
p-enen perceelsgedeelte aan te wijzen overeenkomstig de in ti
tel Ha van de onteigeningswet bedoelde procédure.
15 Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt aankoop van
een pand te Jelsum van S.J.Keizer aldaar voor wegverbetering
Dit voorstel luidt als volgts (bijl.17)
De heer Tolsma zegt dat in de raadsvergadering van 26
Januari i1r e e ds werd besloten tôt bedoelde wegverbetering,
echter onder voorwaarde, dat het de gemeente niets zou kosten.
Is dat hier inderdaad het geval? zo vraagt spreker.
De Voorzitter antwoordt,dat deze uitgaven wel kosten-ver-
hogend werken, maar men kan voor 1957 een verhoging van de
algemene uitkering uit het gemeentefonds aanvragen. Spreker
verwacht een groot tekort op de begroting voor 1957. °^r
Gedeputeerde Staten is toegezegd de lasten,welke op de begro
ting worden gelegd door de bijkomende kosten van wegverbete-
ringin 1957 opnieuw onder de ogen te zullen zien, aan de
hand van de dan bekende gegevens omtrent de financiële toe-
stand van de gemeente. Voor 1956 is daarop echter afwijzend
beschikt. Spreker is van oordeel, dat het plan toch moet door-
gaan, 00k al staat van tevoren niet vast dat de gemeente vol-
ledige schadeloos zal worden gesteld.
Do heer Tolsma wijst er dan nogmaals op, dat het alleen
zou doorgaan indien het de gemeente niets kwam te kosten.
De heer Zondervan is het wel met de heer Tolsma eens, zo-
als het zich thans laat aanzien, blijft in elk geval 20%
der kosten voor rekening van de gemeente.
De Voorzitter herinnert dan nogmaals aan het te verwacri
te n tekort op de begroting voor 1957, waarvoor een verhoging
van de algemene uitkering kan worden aangevraagd.
De heer Tolsma voelde er de vorige keer al niet veel voor,
doch is er fenslotte maar mee accoord gegaan,omdat het de
gemeente niets zou kosten, Doch thans voelt hij er helemaal
niets meer voor.