H u i z u m, 9 Augustus 1956. Vermoedelijk zal binnenkort kunnen worden over- gegaan tôt uitvoering van de 2e phase van het acht-gemeenten- plan, beogende de bouw van 250 woningen in z.g.n. seriebouw. De dan te bouwen 12 woningen zullen verrijzen op het bouw- terrein ingesloten door de Kakenweg en de Ritske Boelema- straat Daarvoor is echter nodig een straat aan te leggen, die uitgang heeft op de Ritske Boelemastraat en ongeveer parallel loopt aan de Kakenweg. Tôt de aanleg van deze straat werd door U op 9 Mei j.l. besloten door op de begroting voor 1956 een post van f 40367,25 uit te trekken, aan welk besluit de G-edeputeerde Staten op 27 Juli j.l. goedkeuring hebben verleend. Voor de uitvoering van dit stratenplan is het nodig, dat de Woningstichting Leeuwarden - Leeuwarderadeel een strookje grond in eigendom verkrijgt, toebehorende aan C. Lindeboom, Kakenweg 7 te Stiens. Bij de onderhandelingen, die wij namens de Woningstich ting met de eigenaar hebben gevoerd, is ons gebleken, dat hij niet bereid is de grond bij minnelijke schikking af te staan. Evenmin is hij genegen een deel van zijn tuin te ver- kopen. Het bezit van dit gedeelte tuin is echter noodzake- lijk om de bouw van woningen aan de aan te leggen straat mo- gelijk te maken. Desnoods was de heer Lindeboom bereid een strookje van het achtererf van zijn woning, dat aan de sloot grenst, af te staan, doch dan moest de belofte worden gedaan, zo lang hij leefde, geen meerdere grond te zullen naasten. Zoals be- grijpelijk, zijn wij op deze voorwaarde niet ingegaan. Om toch in het bezit te geraken van de benodigde grond rest ons niets anders dan de procédure van onteigening toe te passen. Het bestuur van de Woningstichting heeft ons gevraagd de onteigening ten name van die Stichting te willen toepassen. Krachtens de Wederopbouwwet kan onteigening plaats vinden zonder voorafgaande verklaring bij de wet, dat het algemeen nut de onteigening vordert van onroerende goederen, waarover de beschikking moet worden verkregen in verband met een bouwplan, strekkende tôt leniging van de woningnood. De onteigening geschiedt krachtens een besluit van de ge- meenteraad en, hetzij ten name van de gemeente, hetzij ten verzoeke en ten name van een rechtspersoon (zoals b.v. de Woningstichting)Dit besluit is onderworpen aan de goedkeu ring van de Minister van Wederopbouw en Volkshuisvesting. Voordat de Raad een definitief besluit kan nemen, moet eerst een procédure worden gevolgd, die algemeen bij onteige ning gebruikelijk is en die ongeveer neerkomt op het volgende. Een uitgewerkt plan moet met uitvoerige kaarten en grond- tekeningen, waarop de te onteigenen percelen, met vermelding van hun kadastrale nummers, zijn aangewezen, gedurende ten minste drie weken ter inzage liggen op de Secretarie. Aan "Moeten" de Raad. Bijîage nr. /S notulen Raad

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1956 | | pagina 63