-1.853.1 S n0tu!en Raad: H u 1 z u m 20 September 1956. Onderwerp; Subsidie restauratie Ned.Herv.Kerk te Finkum, Van de Ker?rvoogdij' der Ned.Herv.Gemeente Finkum- Hijum is het verzoek ingekomen om een subsidie uit de ge- meentekas in de kosten van restauratie van het gebouw der Ned.Hervormde Kerk te Finkum. Deze aanvraag staat niet op zichzelf. Zoals IJ bekend is, behoort de toren te Finkum aan de burgerlijke gemeente en het is de toestand van de toren geweest, die aanleiding was tôt het instellen van een onder- zoek naar het gehele bouwwerk. Omtrent de toren verwijzen wij U naar ons uitvoerig voor- stel van 8 Maart j.l. waarin wij reeds lieten uitkomen, dat wij ons over eventuele restauratie van het kerkgebouw in verbinding hadden gesteld met de kerkvoogdij en dat wij te gelegener tijd IJ hierover nader zouden inlichten. Het kerkbestuur heeft het aan haar uitgebracht rapport van de deskundige Ir. J.J M.Vegter te Leeuwarden uitvoerig besproken en besloten tôt restauratie van de kerk over te gaan, waarvoor behalve van onze gemeente ook subsidie is aangevraagd van het Rijk en de Provincie. De Kerkvoogdij is met ons van mening, dat de restauratie aan het gehele bouwwerk als een samenhangend geheel moet worden gezien en als zodanig uitgevcerd. Wat de toestand van het Kerkgebouw betreft verwijzen wij U naar het vorenbedoeld rapport waaruit wij kortheidshalve het volgende overnemens "Afgezien van do afgeknotte oostgevel bieden kerk en toren "het vertrouwde beeld der Friese dorpskerken; in het land- "schap zal niemand dit silhouet willen missen. "Behouden dient dus te worden wat maar enigszins bewaard "kan worden. "Bij nadere beschouwing blijken de eeuwen zeer ernstige ver- "vormingen en ook misvormingen te hebben veroorzaakt; de "oude raamopeningen zijn merendeels verdwenen, de oorspron- "kelijke tandlijst onder de dakvoet is slechts hier en daar "nog aanwezig, cveral domineert de afschuwelijke gepleister- "de en getimmerde lijstgoot. "In het muurwerk treffen wij veel sporen van reparatie, her- "bouw, inbreuk en vergankelijkheid aan. Aan de noordzijde "van de kerk zijn in drieling zware steunberen aangebracht, "die weinig goeds tôt gevolg hebben gehad; de beren zelf "zijn sterk ingewaterd, de voegspecie is verdwenen, stenen "liggenlos, maar wat erger is; de beren hebben blijkbaar het "tegendeel bereikt van het doel waarvoor ze bestemd waren. "Ik ontkom niet aan de indruk dat ze de kerk omgetrokken "hebben inplaats van terugdruk te geven! "Rondom de voet is de kerk slecht; holle voegen ,verwaterde "stenen en scheuren wijzen allé in eenzelfde richting" de "muurvoe t vraagt dringend herstel, hetgeen hier betekeait, "dat een drainering in het bijzonder langs de zuidzijde* moet "worden gelegd om het overtollige water van de voet weg te "voeren. Is dat geschied, dan moet de funderingsvoet wor'den "versterkt door middel van béton, teneinde nieuwe draagvast- "heid te verkrijgen" -Nadat- -, nr7 n ji Bijlage nr. S TT

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1956 | | pagina 35