dat het kiachtens art 55 "bis .van bovcnaahgehaaldo wet
voor het jaar 1955 beschikbaar gestelde bedrag per leer-
ling bij zijn besluit van 2 Februari 1955 is vastgesteld
op f. 40,41 voor het openbaar lager onderwijs;
B e s 1 u i t
a. het bedrag, dat de gemeente over het jaar 1955 werke-
lijk heeft uitgegeven wegens kosten bedoeld in artikel
55 bis der lager Onderwijswet 1920 voorlopig vast te
stellen op f. 18423,85;
b. het bedrag, dat in verband met het gemiddeld aantal
leerlingen der scholen voor het jaar 1955 beschikbaar
is gesteld voor de sub a bedoelde uitgaven voorlopig
vast te stellen op 417 2/3 x f. 40,41 f. 16877,91;
c. het verschil tussen de sub a. en b. bedoelde bedragen
voorlopig vast te stellen op f. 1545,94 (méér uitgaven).
Aldus vastgesteld door de Raad voornoemd in zign open-
bare vergadering van
Voorzitter
,Secretaris