H u i z u m, 4 Maart 1957.
Yan de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezits-
vorming en PuBliekrechtelijke Bedrijfsorganisatie is Toericht
ontvangen, dat met Bijlage C, Behorende Bij het raadsBesluit
van 28 Juni 1956 inzake de vaststelling van een geheel nieuwe
"Bezoldigingsverordening 1955" en waarin de lonen der werk-
lieden in dienst van deze gemeente, zijn opgenomen, wordt in
geste md.
Zoals U nog wel Bekend zal zijn, heeft er destijds, op
instigatie van de commissie voor georganiseerd overleg in
amBtenarenzaken in deze gemeente, een herwaardering van de
diverse functies van de werklieden in de verschillende loon-
groepen plaats gehad.
Zo werd de functie van werkman in algemene dienst,vervuld
door A.J. Visser, van loongroep III (half-vaklieden) naar
loongroep IV (vaklieden) geBracht, terwijl de functie van
voorman-wegwerkervervuld door I. Glashouwer en J. van der
Tuin, thans gerangschikt is onder loongroep V (Bijzondere
vaklieden) voorheen loongroep IV.
Genoemde drie werklieden heBBen dus zonder meer recht op
het maximum loon van de groep, waarin hun functie thans is
ingedeeld.
Tevens werd Bij het Bovengenoemde raadsBesluit, eveneens
overeenkomstig het advies van de commissie voor georganiseerd
overleg, een loongroep VI (voorlieden) aan de verordening
toegevoegd, waarin de functies gecreëerd werden van chef-
timmerman, chef-tuinman en le straatmaker.
De Bedoeling van het opnemen van loongroep VI wasom de
gelegenheid te heBBen Bepaalde werklieden, thans opgenomen in
loongroep V, te Bevorderen, indien zij uit hoofde van hun
Bijzondere capaciteiten daarvoor in aanmerking komen.
Momenteel zijn in loongroep V ondergeBracht II. Dijkstra,
met de titel van voorman-timmerman, G. van der Zwaag als
tuinman en A. Nieuwenhuis in de rang van straatmaker.
Het wil ons voorkomen, dat de werkzaamheden van deze drie
werklieden wel van die aard zijn, dat zij allen voor een Be-
vordering in aanmerking komen.
Aangezien de "Bezoldigingsverordening 1955" geacht wordt
op 1 Juli 1955 in werking te zijn getreden, verdfent het aan-
Beveling, de daaruit voortvloeiende promoties, voor zover toe-
passelijk, ook op die datum te doen ingaan. De werklieden
A. Nieuwenhuis en G. van der Zwaag zijn eerst op respectieve-
lijk 12 SeptemBer 1955 en 5 NovemBer 1956 in functie getreden,
zodat hun Bevordering niet eerder dan op die data kan ingaan.
Ten aanzien van de straatmaker Nieuwenhuis merken wij nog
op, dat deze, evenals de tuinman van der Zwaag, door Uw Raad
is Benoemd met een proeftijd van één jaar.
Nieuwenhuis is op 12 SeptemBer 1955 in functie getreden,
zodat op 12 SeptemBer 1956 de proeftijd afliep.
Het lag toen in onze Bedoeling een voorstel Bij Uw Collège
aanhangig te maken om Nieuwenhuis met ingang van laatstge-
noem.de datum in vaste dienst aan te stellen, omdat hij zijn
werkzaamheden tôt voile tevredenheid had verricht.
-2.08.741
Onderwerps
Bevordering werklieden.
Aan
Bijiage nr. Lq
J notulen Raad J$/3 'S