H u i z u m, 25 Maart 1957.
Onderwerps
ïouwcommissie
In Uw vergadering van 9 Mei 1956 heeft het toenma-
lige lid van de Raad mevr. B. Wiersma-Bergstra de wense-
lijkheid betoogd van instelling van een commissie van huis-
vrouwen, die het gemeentebestuur zou kunnen adviseren en,
zo nodig, ongevraagd aànwijzingen geven over doelmatige in-
deling en practische bruikbaarheid van nieuw te bouwen wo-
ninge n
Daarna heeft de bouwcommissie van de Provinciale Bond
van Plattelandsvrouwen in Priesland zich schriftelijk tôt
de gemeentebesturen gewend met een request, waarin het
hierboven vermelde betoog werd herhaald, zulks op grond
van de uitkomsten van een door genoemde bond ingesteld on-
derzoek aangaande diverse klachten van de huisvrouwen en
waarbij verschillende gebreken en ondoelmatigheden naar vo-
ren zijn gekomen bij na de oorlog door gemeenten en woning-
stichtingen gebouwde woningen.
In Uw vergadering van 28 Juni 1956 werd van dit schrij-
ven kennis genomen en is door de Yoorzitter medegedeeld,
dat hij contact zou opnemen met de vrouwenorganisaties in
de gemeente om te pogen voor deze gemeente een dergelijke
commissie in het leven te roepen.
Dit heeft tôt resultaat gehad, dat de volgende dames
zich bereid verklaard hebben in een dergelijke commissie
zitting te nemen.
B. Wiersma - Bergstra te Higum 89;
Z. Nicolaij - Polet te Britsum 161;
B. van der Ploeg - Hulsinga te Cornjum 77;
L. Pabriek - Dijksma te Stiens, Hornsterweg 11.
Een en ander geeft ons aanleiding voor te stellen een
commissie, als bovenbedoeldin het leven te roepen en de
genoemde dames daarin op te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel,
De Secretaris,
A a n
IBijlaçje nr. y3.
r.oiuisn Raad ^(P/3 'f7