- 14 - De heer B.R. Di.ikstra voelt zich geroepen de heer Tolsma te antwoorden op hetgeen deze gezegd heeft. Spreker heeft niet be- weerd, dat de bestaande vereniging niet goed werkt. Hij heeft getracht aan te tonen, dat er wel behoefte is aan de door hem voorgestane organisatie, want de Vereniging in Stiens kan dik- wijls niet aan aile aanvragen voldoen. Wat verzuiling genoemd is lokt protest uit, aldus de heer Dijkstra. De heer Tolsma heeft ook niet bedoeld, dat er geen werk zou zijn,, maar dat het voor de nieuwe organisatie moeilijk zal zijn goede krachten aan te trekken. De laatste tijd wordt van bijna aile diaconieën steun ondervonden. A^s hun vereniging ruimer in de centen had gezeten en er waren meer gezinsverzorgsters te krijgen geweest, had men in Stiens wel een vierde kracht kunnen aanstellen. Er zit een belangrijke financiële kant aan deze nieuwe opzet, waarschuwt de heer Tolsma. De diaconieën, die tôt nu toe afzijdig hebben gestaan, verlangen nu dat de gemeente een tweede organisatie gaat subsidieren, terwijl de bestaande vereniging gereformeerde leden en bestuursleden telt en twee van de drie gezinsverzorgsters van gereformeerde huize zijn. De heer Wi.ibenga merkt op dat, wat ook de beslissing van de Raad moge zijn, het werk van de Stichting toch zal doorgaan. De heer Zondervan vraagt opnieuw het woord, omdat de uit- drukking verzuiling hem dwars zit. Wiens schuld is het, vraagt spreker, dat de verzuiling er gekomen is? Wie zijn hier de ab- normalen; zij die Gods Woord tôt richtsnoer hebben of zij die dat niet hebben? Indertijd zat het net zo met het christelijk onderwijs De Voorzitter sluit de discussies en laat tôt stemming over- gaan. Het resultaat hiervan is, dat het voorstel van de minder- heid van Burgemeester en Wethouders n.l. om wèl subsidie te verlenen, wordt verworpen met 8 tegen 3 stemmen. Tegen stemden mevr. Deelstra en de heren Poepjes, P.Th. Dijkstra, Tolsma, Bouma, van der Ploeg, Hoekstra en Paber. Vo6r stemden de heren Zondervan, B.R. Dijkstra en Wijbenga. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt verbetering van de Withuisterweg te Stiens. Dit voorstel luidt als volgt: bijlage 42. De heer Wi.ibenga wijst, hoewel het niet rechtstreeks in ver- band staat met het in behandeling zijnde agendapunt, op de slechte toestand van de weg door Hijum. Kan daar niet wat aan gedaan worden, vraagt spreker. De Voorzitter vermoedt, dat dit ligt aan de plannen, die in voorbereiding zijn voor het aanleggen van een rondweg om Hijum. Spreker zal aan de gemaakte opmerking aandacht schenken. De heer Bouma is er niet op tegen, dat deze reed verhard wordt. Spreker heeft niet in het voorstel kunnen lezen, dat de gemeente de weg overneemt. De Voorzitter antwoordt, dat dit ook niet de bedoeling is. Het blijft hun eigen weg.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1957 | | pagina 25