-2.08.742.3 De Raad der gemeente LEEUWARDERADEEL Overwegende, dat het in het voornemen ligt aan het daar- voor in aanmerking komend burgerlijk rijkspersoneel een uitkering te verstrekken, ter grootte van 10 van het be- drag, dat in het tijdvak van 1 October 1956 tôt 1 Januari 1957 aan kindertoelage en kindertoeslag c.q. kinderbijslag is genoten, dat blijkens de circulaire van 13 Februari 1957, hoofd- afdeling O.P.Z., afdeling Bezoldiging, bureau II, nr. 25964, van de Minister van Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie een overeenkomstige voorziening ook voor het daarvoor in aanmerking komend per- soneel in dienst der gemeente kan worden getroffen; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 25 Februari 1957; B e s 1 u i t vast te stellen de volgende verordening: Verordening tôt het toekennen van een uitkering, ver- band houdende met de door het gemeentepersoneel in het tijdvak 1 October 1956 tôt 1 Januari 1957 genoten kin dertoelage en kindertoeslag c.q. kinderbijslag. Artikel 1 Voor zover de bevoegdheid bestaat de bezoldiging van het gemeentepersoneel te regelen, wordt aan de daarvoor in aan merking komende leden van dat personeel een uitkering ver- strekt ter grootte van 10 van het bedrag, dat in het tijdvak van 1 October 1956 tôt 1 Januari 1957 aan kinder toelage en kindertoeslag c.q. kinderbijslag is genoten, een en ander met inachtneming van de richtlijnen, neergelegd in de aan Burgemeester en Wethouders der gemeenten gerichte circulaire met bijlage van de Minister van Binnenlandse Za- ken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisa tie van 13 Februari 1957, hoofdafdeling O.P.Z., afdeling Bezoldiging, bureau II, nr. 25964- Artikel 2. Deze verordening treedt in werking op 1 April 1957. Aldus vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn open- bare vergadering van 28 Maart 1957. ,Voorzitter Secretaris Bijîage nr. notuien Raad Jtâ/3 'f'

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1957 | | pagina 85