11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt verhoging van de rijwieltoelage voor de concierge in het gemeentehuis. Dit voorstel is van de volgende strekking (bijlage 13). Het wordt zonder discussie aangenomen. 12. Schrijven van Gedeputeerde Staten omtrent wijziging van de jaarwedde-regeling van de Secretarissen en Ontvangers. Dit schrijven is van de volgende inhoud (bijlage 14). De heer Tolsma acht het vragen van het oordeel van de Raad een wassen/neus. We mogen onze mening zeggen, aldus spreker, maar we moeten later constate ren, dat er toch geen rekening mee wordt gehouden. Toch wil hij er wel iets over zeggen en dan vindt hijdat deze aangelegenheid op een ongelukkig moment ter sprake gebracht wordt. Het is wel eigenaardig, dat het altijd de topsalarissen zijn die het best weg komen. Wat wij op het oenblik zien is, volgens spreker, fataal. We gaan steeds maar weer de hogere salarissen optrekken, doch die hebben tôt nu toe al "een beste mep" meegekregen. De kleine man in de hoek krijgt de klappen. Nu kan men wel beweren in 1938 was de verhouding nog gekker, maar dat gaat, volgens spreker, hier niet op. Wan- neer wij verordenen "geen communisten in gemeentedienstdan moeten wij oppassen, dat wij op deze manier geen communisten maken. Spreker zou dan ook aan de Gedeputeerde Staten willen be- richten, dat het veel meer nodig is de lonen van de lagere amb- tenaren te verhogen. De Voorzitter wijst er op, dat het oordeel van de raad ge- vraagd wordt over de twee met name genoemde functionarissen. De heer Tolsma voelde er meer voor, dat in aile raden het besluit was gevallen zich positief tegen de voorgestelde ver hoging te verklaren. De heer van der Ploeg wil er zich van onthouden in herhaling te treden, hoewel hij het met de heer Tolsma eens is, maar wil toch een lans breken voor de lagere ambtenaren. De Voorzitter beklemtoont, dat het hier niet gaat om de amb tenaren in het algemeen, maar om de twee van wie de jaarwedden door de Gedeputeerde Staten, onder goedkeuring van de Kroon, worden vastgesteld, te weten de Secre taris en de Ontvanger. Spreker geeft toe, dat Burgemeester en Wethouders in hun voorstel aan de Raad al een beetje van dit thema zijn afgeweken maar zij hebben zich willen aansluiten bij het adres van de Ned. Bond van Gemeenteambtenaren, juist ten aanzien van het scheef- trekken van de verhoudingen. De heer Zondervan vindt, dat het advies van Burgemeester en Wethouders positief genoeg is. De Voorzitter meent, dat als Gedeputeerde Staten in 1956 deze aangelegenheid aan de orde hadden gesteld, het even beden- kelijk was geweest. De heer Tolsma geeft nogmaals zijn misnoegen te kennen over de voorgenomen verhogingen, waarna de Raad zonder hoofdelijke stemming zich verenigt met de conclusie van het voorstel van Burgemeester en Wethouders.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1957 | | pagina 13