Voor Jelsum geldt als grootste bezwaar van het hoofd der school, dat de kinderen onder schooltijd naar Stiens zouden moeten gaan. Het hoofd vindt dit te gevaarlijk met het oog op het oversteken van de Breedijk, omdat ze gedurende die tijd aan zijn hoede zijn toevertrouwd De heer Zondervan vraagt of er ook plannen bestaan het zwembassin uit te diepen. Spreker heeft horen vertellen, dat het een modderpoel is. De Voorzitter antwoordt hierop, dat er veel meer zou moeten gebeuren. Daarvoor is het lid van de Gedeputeerde Staten, de heer Hoogland, in Stiens geweest om de situatie op te nemen. Het was t plan t werk te laten uitvoeren als z.g.n. duurwerk. Daar kan vanzelfsprekend op 't ogenblik niets van komen, maar al was dat wèl zo, dan zou 't nog heel wat voeten in de aarde hebben om zo'n plan goedgekeurd te krijgen. Vertegenwoordigers van het N.O.C. en andere deskundigen hebben een stem in het kapittel. Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen, waarna het besluit wordt vastgesteld volgens bijlage 20. 17Verzoek van mevr. Tj. van den Burg-Faber te Jelsum om een bijdrage uit de gemeentekas in de kosten van het houden van een bejaardensociëteit aldaar. Burgemeester en Wethouders zenden de Raad dit verzoek met het volgende prae-advies. (zie bijlage 21). De heer Bouma vindt er ailes voor te zeggen, dat dit werk gestimuleerd wordt. De Voorzitter zegt, naar aanleiding hiervan, dat het met de bejaardensociëteit te Stiens op de duur spaak moet lopen. Want hij voorziet, dat men de komende winter niet weer gebruik kan maken van de keet, die de heer De Dood hiervoor welwillend ter beschikking had gesteld. Eerstdaags hoopt spreker een onderhoud te hebben met het be- stuur van het Groene Kruis over een aan die vereniging toebe- horend gebouw, wat nu nog als magazijn gebruikt wordt. Mevrouw Bi,jlsma vraagt of de bijeenkomsten niet gehouden kunnen worden in de zaal, waarin thans de Raad vergadert. De Voorzitter antwoordt hierop, dat dit nooit zou kunnen, omdat er onder de oudjes heel veel zijn die niet bij de trap op kunnen. De heer Bouma vraagt, hoe vaak de bijeenkomsten worden ge houden. De Voorzitter weet dit niet zeker maar meent, dat zulks vrij geregeld plaats heeft. De heer Tolsma beweert, dat wat in Stiens gebeurt op dit ge- bied, niets van een bejaardensociëteit weg heeft. Mevrouw Bi.jlsma daarentegen weet, dat de mensen in Jelsum zeer voor deze zaak geinteresseerd zijn. De heer Tolsma; "in Stiens betekent dat niet anders dan wat kaartspelen enzovoort."

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1957 | | pagina 17