- 3 -
Artikel 14.
1. De gemeente-ontvanger is verplicht voor elke betaling on-
verwijld bewijs van kwijting op het aanslagbiljet te stel-
len.
2. De afschrijving der betalingen geschiedt in de navolgende
orde s
a. op de kosten van vervolging^
b. op de oudste der openstaande termijnen.
Artikel 15°
1. Binnen drie maanden na het vervallen van de laatate termijn
zendt de gemeente-ontvanger aan Burgemeester en Wethouders
een staat met toelichting van de posten op het kohier, wel-
ke hij niet heeft kunnen invorderen.
2. Burgemeester en Wethouders zenden deze staat aan de gemeen-
teraad met een voorstel tôt niet-invorderbaarverklaring van
die posten, welke zij daarvoor vatbaar achten.
3. Het besluit van de gemeenteraadwaarbij aanslagen niet-
invorderbaar verklaard worden, ontheft de gemeente-ontvanger
van verdere pogingen tôt invordering.
Artikel 16.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1958. Op
die datum vervalt de verordening, vastgesteld bij zijn be sluit
van 26 November 1952, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van
22 Januari 1953, no. 15, gewijzigd bij zijn besluit van 27
September 1956, goedgekeurd alsvoren 12 December 1956, no. 13,
met dien verstande, dat zij blijft gelden voor aanslagen over
hieraan voorafgaande jaren.
Aldus vastgesteld door de Raad der gemeente Leeuwarderadeel
in zijn openbare vergadering van
Voorzitter
Secretaris.