- 7 -
De Voorzitter is van gevoelen, dat het de meesten wel zo zal
gaan als het hem, spreker, gegaan is, dat we de heer Brunner
node zien vertrekken, omdat hij een geziene man en een nobel
mens is.
Spreker vindt het jammer, dat het met de heer Brunner z6 ge
gaan is.
De Raad stelt daarna het volgende besluit vast:
De Raad der gemeente Leeuwarderadeel;
Gelezen het verzoek van de heer R.J. Brunner, arts te Stiens,
om ontslag als gemeente-geneesheer
Gelet op het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 26
Maart j1
Besluit
aan Rudolf Johannes Brunner te Stiens, met ingang van 1 April
1958, eervol ontslag te verlenen als gemeente-geneesheer, onder
dankbetuiging voor de diensten als zodanig aan deze gemeente
bewezen.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt wijziging van
de begroting, dienst 1957.
Het ontwerp-besluitwaarin deze wijziging is opgenomen,
heeft voor de leden bij de stukken ter inzage gelegen.
Het wordt onveranderd vastgesteld.
De Voorzitter voegt aan de agenda toe punt:
14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het aangaan van
een geldlening groot f 53-000.- met de HVBank voor Nederland-
sche Gemeenten.
Dit voorstel is van de volgende inhoud: bijlage 19.
Het wordt zonder bespreking aanvaard en zonder hoofdelijke
stemming stelt de Raad het besluit vast volgens bijlage 20 en
de daarbij behorende leningsvoorwaarden overeenkomstig bijlage
21
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tôt het aangaan van
tijdelijke kasgeldleningen.
De Voorzitter deelt mede, dat door het omzetten van een deel
van het debet in rekening-courant in kasgeldschuld het maximum
bedrag, waarvoor kasgeldleningen mogen worden aangegaan, over-
schreden dreigt te raken, zodat dit bedrag, hetwelk bij raads-
besluit van 28 Pebruari j.l. laatstelijk was bepaald op
f 1.000.000.-, verhoogd dient te worden.
Na deze toelichting stelt de Raad het besluit vast volgens
bijlage 22.
16. Aankoop sportterrein.
De Voorzitter deelt mede, dat in de ledenvergadering van de
vereniging tôt exploitatie van een sportterrein en bevordering
van sport te Stiens een nadere voorwaarde gesteld is, die niet
vervat is in het raadsbesluit van 28 Maart 1957, waarbij het
terrein van de Vereniging werd aangekocht.