Artikel 8.
De toelage zal niet worden uitgekeerd dan nadat de ambtenaar
zich schriftelijk heeft verbonden, dat hij het genoten totaal-
bedrag zal terugbetalen, indien hij:
a. de verplichting, hem ingevolge artikel 6 opgelegd, niet
nakomt
b. de studie, waarvoor de toelage is verleend, beëindigt voor-
dat deze tôt het behalen van het daaraan verbonden diploma
heeft geleid, tenzij voortzetting redelijkerwijze niet van
hem kan worden verlangd;
c. vddr het einde van de studie of binnen drie jaar na het be
halen van het aan de desbetreffende studie verbonden diploma,
bij wijze van disciplinaire straf wordt ontslagen, dan wel
aanzegging ontvangt, dat de dienstbetrekking op grond van een
dringende reden als bedoeld in artikel 1639p van het Burger-
lijk Wetboek wordt beëindigd.
Artikel 9.
Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere gevallen,
zulks te hunner beoordeling, geheel of gedeeltelijk ontheffing
verlenen van de in artikel 8 bedoelde verplichting tôt terug-
betaling.
Artikel 10.
De op de toelage vallende loonbelasting wordt voor rekening
van de gemeente genomen.
Deze regeling treedt in werking op 1 deptember 1958.
Aldus vastgesteld door de Raad voornoemd in zijn openbare
vergadering van
Voorzitter
Secretaris