Blijkens informatie bij een bij uitstek deskundige instantie
was men het daar met de zienswijze van spreker eens. Vervolgens
vraagt spreker of er bij de berekening geen vergissing is be-
gaan doordat een cijfer blijkbaar verkeerd is overgenomen. De
post verlichting en verwarming van schoollokalen geeft n.l. in
de begroting een ander cijfer aan dan in het besluit.
De Voorzitter zegt, dat de stukken niet bij de hand zijn om
het te kunnen nagaan, zodat hij daarop nader zal antwoorden.
Dan, zegt de heer Zondervanstaat er bij de rondvraag iets
over het opschonen van de sloot langs de Schilweg, waaruit de
indruk kan worden gewekt, dat dit werk al gebeurd is. Spreker
heeft bedoeld er bij voorbaat tegen te waarschuwen, dat als de
sloot gehekkeld wordt, het vuil niet lang in de berm blijft
liggen.
De heer B.R. Dijkstra herinnert er aan, dat in de vorige ver-
gadering, naar aanleiding van een opmerking van Wethouder Dijk
stra over de notulen, gezegd is, dat in een volgende vergadering
een voorstel te verwachten is inzake de subsidiëring van het
maatschappelijk werk van de Gereformeerde Kerken in de classis
Hallum.
Spreker vraagt of een dergelijk voorstel spoedig te verwach
ten is.
De Voorzitter antwoordt, dat zulk een voorstel zeer binnen-
kort tegemoet kan worden gezien.
Rekening houdende met de tweede opmerking van de heer Zonder
van worden de notulen vastgesteld.
2. Ingekomen stukken en mededelingen.
De Voorzitter deelt mede, dat de navolgende stukken zijn in
gekomen:
a. een besluit van de Gedeputeerde Staten dezer provincie d.d.
24 Februari 1958, 5e afd., no. 103, houdende goedkeuring van
het raadsbesluit van 30 December 1957 tôt wijziging van de
gemeentebegroting, dienst 1957
b. een besluit alsvoren d.d. 7 Maart j.l., no. 9, houdende goed
keuring van de raadsbesluiten van 28 Februari 1958 tôt het
aangaan van geldleningen met de N.V. Bank voor Nederlandsche
Gemeenten;
c. alsvoren van gelijke datum, no. 10, houdende goedkeuring van
het raadsbesluit van 28 Februari 1958 tôt het aangaan van
kasgeldleningen gedurende het 2e kwartaal 1958 ten bedrage
van maximaal één millioen gulden;
d. alsvoren van gelijke datum, no. 11, houdende goedkeuring van
de raadsbesluiten van 28 Februari 1958, tôt vaststelling van
het maximum bedrag in rekening-courant bij de N.V. Bank voor
Nederlandsche Gemeenten voor de maanden Februari en Maart
1958;
e. een besluit alsvoren d.d. 17 Maart 1958, no. 64, 3e afd., tôt
vaststelling van de gemeenterekening, dienst 1955;
f. een drietal rapporten van het Centraal Bureau voor Verificatie
en Financiële Adviezen der Vereniging van Nederlandse Gemeen-
ten van gedane kascontrôles bij de gemeentearchitectde ge-
meentelijke dienst voor Sociale Zaken en ter Secretarie;