H u i z u m, 24 Juli 1958.
Bij ons is een verzoek ingekomen van de gezamen-
lijke diaconiën van de Hervormde gemeenten in Leeuwarderadeel
waarbij zij de wens uitspreken, dat de burgerlijke gemeente
mede participeert in een op te richten Stichting voor Maatschap-
pelijk Werk in deze gemeente.
Over deze aangelegenheid hebben wij in de loop van het
jaar enkele besprekingen gevoerd. Allereerst met een vertegen-
woordiging van de Algemene Diaconale Raad van de Uederlandse
Hervormde Kerk, waarbij is gebleken, dat de Kerkeraden en de
collèges van diakenen van de Nederlands Hervormde gemeenten
van oordeel zijn, dat het kerkelijk en particulier initiatief
en de burgerlijke gemeente slechts in samenwerking de noodzake-
lijke hulp van het maatschappelijk en maatschappelijk-cultureel
werk aan de bevolking in Leeuwarderadeel zal kunnen verstrek-
ken.
Wij waren van deze bespreking van de wenselijkheid van
medewerkzaamheid van het gemeentebestuur aan de opnchting van
een daartoe dienstbaar te maken orgaan zonder meer overtuigd
en hebben ons ervan vergewist of dit gevoel ook leefde in de
kerkelijke kringen.
Om daarvan een indruk te krijgen hebben wij een vergade-
ring bijeen geroepen van de diaconiën van aile kerkgenootschap-
pen in de gemeente, de Vereniging voor G-ezinszorg in deze ge
meente en de Doopsgezinde Kring.
In deze vergadering, die onder Mding stond van de Burge-
meester, werd bijgewoond door een vertegenwoordiging van de Al
gemene Diaconale Raad, vorenbedoeldHier werd door de heer
H.W. Masman uit ïïtrecht een uiteenzetting gegeven van het doel
der op te richten stichting. Afgesproken werd, dat de vertegen-
woordigers der Diaconiën, voorzover ter vergadering aanwezig,
alsmede de bestuursleden van de Vereniging voor gezinszorg en
de Doopsgezinde Kring, deze aangelegenheid ter sprake zouden
brengen in hun eigen organisatie.
Het resultaat hiervan is geweest, dat allen zich verklaar-
den voorstander te zijn van een op te richten orgaan voor Maat-
schappelijk werk, met uitzondering echter van de diaconiën der
Gereformeerde Kerk, die éénparig te kennen hebben gegeven niet
aan de gedachte combinatie te zullen meedoen.
Gezien het feit, dat het maatschappelijk en cultureel werk
ten behoeve van de inwoners dezer gemeente reeds lang een punt
van overweging en overleg bij ons uitmaakt - wij behoeven
slechts te herinneren aan de mislukte combinatie met Ferwerdera-
deel - komt ons het gedane verzoek alleszins wenselijk voor en
zouden wij inwilliging ervan gaarne toejuichen.
In afwachting van het bekend worden van de inhoud van de
bepalingen der statuten menen wij dan ook U te moeten voorstel-
len op het gedaan verzoek in beginsel een uitspraak te doen
in positieve zin.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel
Aan
de R a a d.
De Secretaris,
Bijiage nr. r
notulen Raadl: VJ