H u i z u m, 24 Juli 1958. -1.773.12 Onderwerp: Destructie-verordening. Bij de wet van 21 Februari 1957, Staatsblad no. 84, is een regeling tôt stand gekomen, die de verwerking van ondeugdelijk materiaal van dierlijke herkomst tôt nuttige pro- ducten beoogt, de z.g.n. Destructiewet In afwachting van een wettelijke regeling kwam in 1942 het Destructie-besluit tôt stand, dat o.m. het toezicht op de destructie-bedrijven regelde. Na de bevrijding is het Destructie-besluit 1942, zijnde een bezettingsmaatregelgeschorst, doch kort daarop enigszins gewijzigd weer in werking gesteld. Tegeligkertijd werd een commissie van advies belast met de voorbereiding van een nieuwe wettelijke regeling. Na een ar- beid van twaalf jaren kon deze commissie aan de regering een ontwerp voorleggen, waaruit de Destructiewet 1957 ontstaan is welk op 15 Februari j1. in werking trad. Blijkens de considerans heeft deze wet tôt doel te voor- komen, dat ondeugdelijk materiaal van dierlijke herkomst gevaar, schade of hinder oplevert voor de openbare gezondheid, voorts bevat zij een regeling omtrent de verwerking van dit ondeugde- lijk materiaal tôt nuttige producten. Artikel 17 van de Wet bepaalt, dat bij plaatselijke veror- dening regelen worden gesteld nopens de afgifte en bewaring, het ophalen en vervoer en de overdracht van destructiemateriaal Teneinde te bereiken dat de gemeentelijke bepalingen de nodige uniformiteit zullen hebben, heeft de Minister van Socia le Zaken en Volksgezondheidvia de Gedeputeerde Staten, aan de gemeentebesturen een model-verordening toegezonden, vergezeld van een toelichtend schéma. Wij zijn ook van oordeel, dat binnen hetzelfde destruc- tiegebied uniforme gemeentelijke regelingen, zo niet noodzake- lijk, dan toch wenselijk zijn en stellen U daarom voor de hier- bijgaande ontwerp-verordening vast te stellen. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarderadeel, De Secretaris, Aan de Raad. Bijiage nr. (P notulen Raad: 'b

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 45