4 - 3. Onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw benoemde leden van de Raad. De Voorzitter wijst mevr. G. Bijlsma-Boersma en de heren F.Th. Dijkstra en B.R. Dijkstra aan om tezamen de commissie te vormen voor het onderzoek van de geloofsbrieven. Daama schorst de Voorzitter de vergadering. Nadat de commissie zich van haar taak heeft gekweten, heropent de Voorzitter de vergadering. Bij monde van de heer F.Th. Di.ikstra brengt de commissie rap port uit omtrent haar bevindingen. De bij de wet vereiste stukken zijn overgelegd, terwijl de com missie ook overigens van geen beletsel tegen de toelating is ge- bleken. De rapporteur geeft dan ook in overweging de benoemd verklaarden tôt raadslid toe te laten. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. 4. Schrijven van drie leden van de Raad inzake de straatnaamborden. De Voorzitter zegt, dat de raadsleden het advies van Burgemees- ter en Wethouders (zie bijlage 1 omtrent het schrijven van be- doelde 3 raadsleden hebben gekregen. Dit is het standpunt van het collège en daaraan heeft hij wei- nig meer toe te voegen. De heer Zondervan drukt er zijn spijt over uit, dat dit voor- stel is gekomen. De Raad heeft de vorige keer een duidelijke uit- spraak gedaan. Hij vindt de door Burgemeester en Wethouders aan- gevoerde argumenten uiterst pover. Het eerste motief om de bestaande straatnaamborden in de Neder- landse tekst niet te verwijderen, ten gerieve van de doortrekkende vreemdelingen, acht spreker helemaal niet steekhoudend De vreemdelingen zullen het juist op prijs stellen, indien zij in een fries dorp komen en zien, dat daar alleen straatnaamborden met de friese tekst zijn aangebracht, waardoor het hun blijkt, dat het fries—eigene is bewaard gebleven en wordt uitgedragen. De tweede opmerking van Burgemeester en Wethouders, dat het verwijderen van de bestaande borden extra kosten meebrengt, waar- op bij het ramen van de post niet is gerekend, terwijl de midde- len ontbreken om hierin te voorzien, vindt spreker belachelijk. Indien een gemeente-werkman daar 2 uren mee bezig is, was die zaak ook wel bekeken, aldus spreker, terwijl hij van oordeel is, dat de gemeente-ambtenaren het niet zo druk hebben, zodat zo'n klein karweitje er best bij kon. Daarvoor behoefde niet een aparté post op de begroting ingesteld te worden. Voorts komt spreker op tegen de bewering van Burgemeester en Wethouders, dat het er voor de eigen ingezetenen in verband met het noemen der straten weinig toedoet, wat er op het straatnaam- bordje staat. Spreker haalt dan aan, dat sommige Stiensers nu al spreken van "Lage Herenweg" en "Langebuurt" in plaats vanMLege Hearewei" en "Langebuorren"Hij vindt het een verarming van de friese taal en wijst daarbij ook nog op het fries spreken in de raadszaal. Aan het eind van zijn betoog komt spreker dan ook tôt de slot- som, dat een zo fries dorp als Stiens recht heeft op straatnaam borden met uitsluitend de friese tekst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 7