GrEMEElTTE L E E U W A R D E R A D_E_E_L
BEBOOTINGSVOORSCHRIFTEN behorende bij het uitbreidingsplan
in onderdelen voor de kern SUEES.
De Raad der gemeente Leeuwarderadeel;
B e s 1 u i t:
vast te stellen de volgende verordening, regelende de
bebouwing van gronden, waarvan de bestemming in onder
delen is bepaald in het uitbreidingsplan voor het dorp
Stiens
1. Algemene bepalingen
Artikel 1. ïïijze van meten.
1. G-oothoogte
a. Waar in deze voorschriften wordt gesproken van goothoogten
worden deze gemeten van bovenkant aanliggend afgewerkt ter-
rein tôt bovenkant goot of, indien een platte afdekking
wordt toegepast, tôt bovenkant boeiboord plat,
b. Indien de voorgevel wordt uitgevoerd aie opgaande topgevel,
gelden de maximum en minimum goothoogten voor de zijgevels;
zij worden gemeten uit het terrein aanliggend aan de voor
gevel
2. Niet-evenwijdige gevels of erfscheidingen.
De onderlinge afstanden van niet-evenwijdige gevels en de af-
standen van gevels tôt daarmee niet-evenwijdige erfscheidingen
worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
3. Perceelbreedte
De perceelbreedte wordt gemeten langs de in het plan vastge-
stelde weggrens.
II. Bestemmingsbepalingen
Artikel 2. Woningen
(bebouwingsklassen I,II,III,IV en V)
Op de voor bebouwing met woningen (bebouwingsklassen I, II,
III, IV en V) bestemde gronden mogen, behoudens het bepaalde
in art. 5, uitsluitend worden gebouwd eengezinshuizen met daar-
bij behorende, niet voor bewoning bestemde bijgebouwen (als
garages, bergschuurtjes e.d.), uitsluitend ten dienste van de
bewoners van het eengezinshuis waarbij bedoelde bijgebouwen
behoren.
Artikel 3.
Plaatsing van woningen.
1. De grenzen van de bebouwingsstroken zijn rooilijnen als bedoeld
in art. 2, derde lid der v/oningwet, in die zin dat de in art.2
van deze voorschriften genoemde eengezinshuizen uitsluitend
mogen worden gebouwd op en binnen de bebouwingsstroken, waarvan
zij de omgrenzing nergens mogen overschrijden.