- 4 - c. fanneer zij vrijstaand achter een woning of woonruimte wor- den gebouwd moet tussen beide een strook grond van tenminste 5 m diepte onbebouwd en onoverdekt blijven, tenzij de breedte van h et bijgebouw, geraeten evenwijdig aan de achtergevel, ten hoogste 2,5 m bedraagt, in welk geval de bedoelde strook tôt een minimum van 3 m mag worden verminderd. d. De goothoogte mag niet meer dan 2,75 m bedragen. e. De gezamenlijk bij één woning behorende bijgebouwen mogen geen groter oppervlak beslaan dan 8van het totale opper- vlak van het perceel, tôt een maximum van 25 m? 2. Yoor bijgebouwen, behorende bij de in art. 5 bedoelde in-, richtingen kunnen Burgemeester en Wethouders ontheffing ver- lenen van het bepaalde; sub 1 b 1 d, tôt een maximum goothoogte van 3,5 m, 1e, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen niet groter mag zijn dan 35*/° van het totale oppervlak van het perceel, tôt een maximum van 150 m^ 3. De in lid 2 bedoelde ontheffing mag niet worden verleend indien de toetreding van licht en lucht tôt bestaande, of op grond van de bepalingen van het uitbreidingsplan mogelijkerwijze te stich- ten woonruimte, zou worden belemmcrd. Artikel 7. Weg, plantsoen, groenstrook, wegberm. Op grond, bestemd voor weg, plantsoen, groenstrook of weg berm, mag niet worden gebouwd. Artikel 8. Grond bestemd voor bijzondere bebouwing 1 Op grond bestemd voor bijzondere bebouwing mogen uitsluitend openbare gebouwen worden opgericht, zoals een school, een raad- huis, een kerk, verenigingsgebouw of een daarmee gelijk te stellen inrichting. 2. Bij elk openbaar gebouw mag één bijbehorende woning worden op gericht. In bijzondere gevallen mogen bij een openbaar gebouw meerdere woningen worden gebouwd, indien de aard van het ge bouw dit noodzakelijk maakt, zulks ter beoordeling van Burge meester en V/ethouders 3. De bebouwing moet worden opgericht binnen de op de kaart aange- geven streep-kruislijn. 4. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de ligging, aard en afmetingen van de in lid 1 en 2 bedoelde bebouwing. Artikel 9. Grond bestemd voor actieve recreatie, speelveld. 1. Op grond, bestemd voor actieve recreatie of speelveld mag wor den opgericht de bebouwing, welke dienstbaar is aan de aan de grond gegeven bestemming.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1958 | | pagina 89