H u i z u m, 20 Januari 1959*
/3
aad: 3o Sû
Zoals wij reeds in de geleidebrief bij het
aanbieden van het ontwerp van de gemeentebegroting voor 1959
opmerkten, is de definitieve regeling van de financiële ver-
houding tussen het Rijk en gemeenten nog nimmer tôt stand ge-
komen.
In verband met de plaats gehad hebbende kabinetscrisis en
als gevolg daarvan de op handen zijnde vervroegde verkiezing
van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de
vorming naderhand van een nieuw kabinet, kan het nog geruime
tijd duren voor het aanhangige ontwerp tôt definitieve rege
ling van genoemde materie, tôt wet is verheven.
Daarom is inmiddels de bestaande regeling van de financiële
verhouding tussen Rijk en gemeenten wederom met een jaar ver-
lengd. (Wet van 24 December 1958, S 670).
Dit schept weer de mogelijkheid tôt het aanvragen van sub-
jectieve bijdragen uit 's Rijks kas.
Naar wij menen te weten kunnen terzake van het Ministerie
nadere richtlijnen verwacht worden.
In afwachting daarvan komt het ons gewenst voor alvast maar
een verzoek tôt de Ministers van Binnenlandse Zaken, Bezits-
vorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie en van Finan-
ciën te richten om de algemene uitkering uit het gemeentefonds
voor 1959 en volgende jaren met een bedrag van f 118.000.- per
jaar - zijnde het tekort van de begroting - te verhogen.
Wij merken hierbij op, dat het tekort 25.000.- lager is
dan het oorspronkelijk tekort van de begroting voor 1958, dat
bij de vaststelling van de begroting voor 1958 in Uw vergade-
ring van 30 December 1957, 143.000.- bedroeg.
Dit verschil vindt mede zijn oorzaak in het lagere rente-
percentage van de tijdelijke kasgeldleningen. Werd bij het op-
maken van de gemeentebegroting voor 1958 geleend voor 5? fi,
bij het ontwerpen van de gemeentebegroting voor 1959 kon reke-
ning worden gehouden met een rentepercentage van 3t fi* Momen-
teel ligt de rente van de vlottende middelen zelfs nog belang-
rijk daar beneden.
Ook het subsidie aan de gemeentelijke dienst voor Sociale
Zaken kon voor 1959 als gevolg van thans meer bekende concrète
cijfers van het nadelig exploitatiesaldo van het nieuwe bejaar-
dencentrum teruggebracht worden van f 124.854,44 in 1958 tôt
f 93.135,86 in 1959.
Tegenover deze meevallers stonden echter ook weer tegenval-
lers.
Zoals U uit de begroting is gebleken, moesten diverse onder-
houdsposten op hoofdstuk VI (openbare werken) aanmerkelijk ho-
ger worden geraamd, omdat anders het verzorgingspeil van de ge-
meente ernstig in gevaar komt. Overigens gelden de omstandighe-
den, die tôt het tekort in 1958 hebben geleid in dezelfde mate
voor 1959*
Een grote moeilijkheid is ook, dat wij nu, na afloop van het
kalenderjaar 1958, nog niet weten waar wij voor het dienstjaar
1958 aan toe zijn.
Aan
-2.07.281
Onderwerp:
Verhoging algemene uit
kering uit het gemeentefonds.
Biilage nr
notulen R
de R a a d.