- 8 - Spreker dringt er met klem op aan als er in de buitendorpen kleinigheden gedaan kunnen worden, dat niet op de lange baan te schuiven. Er behoeven geen nieuwe huizen gebouwd te worden als er toch geen huurders voor te vinden zijn, die de huur kunnen betalen. Maar in die gevallen is het, volgens spreker, nodig, dat er in die dorpen een aantal bejaardenwoninkjes wordt gebouwd of huizen in een-bepaalde huurklasse, omdat voor een grote catégorie mensen de huren te hoog liggen. Spreker wil ook de wenselijkheid van een gemeentelijk studiefonds bepleiten. Men kan nu wel langs allerlei kanalen geholpen worden, maar dat bevredigt niet. Eén ding heeft spreker buitengewoon aangenaam getroffen en dat is geweest de afschaffing van de klassen bij huwelijksvoltrekking. Spreker vindt het jammer, dat de Raad niet dezelfde moed gehad heeft toen het ging om de toekenning van jubileumgratificaties aan het gemeentepersoneel. Spreker hoopt, dat men een volgende keer meer moed aan de dag zal leggen. Bij de behandeling van de begroting in de Secties heeft de Raad kennis kunnen nemen van talloze subsidie-aanvragen. Daar waren ook wel bij voor belang- rijke instellingen, maar wij weten niet waar het begint en waar het ophoudt. Spreker stelt daarom een vraag aan Burgemeester en Wethouders n.l. deze: zou het niet goed zijn, dat er een geheel ander subsidie-beleid komt. Spreker ziet in, dat wij door een betere subsidie-politiek geld zullen overhouden in plaats van dat het ons meer kost. Dit ware dan te besteden aan gemeentelijk cultureel werk, vooral voor jongeren. Aan sport en culturele ontwikkeling van de rijpere jeugd mag wel wat meer aandacht besteed worden vindt spreker, om te voorkomen, dat juist deze catégorie haar heil in de stad zoekt. Afgezien hiervan zou hij het jeugdwerk graag willen uit- breiden. De heer Kalma heeft, in wat de vorige sprekers gezegd hebben, al veel beluisterd waarover hij ook wel enige vragen had willen stellen. Spreker heeft als nieuweling voor 't eerst aan de be handeling van de gemeentebegroting in de Secties deelgenomen en heeft daarvan eigenlijk een onbevredigd gevoel overgehouden, om dat hij niet in staat was iets te kunnen doen ter vermindering van het Uelangrijke tekort. De Voorzitter allereerst de heer Soepboer beantwoordendezegt het wel goed te vinden, dat deze de zaak zo stelt als hij gedaan heeft. Het is zeker zijn goed recht hier voor zijn overtuiging op te komen. 't Is zo dat hij, als vertegenwoordiger van een be paalde politieke richting - evenals trouwens ieder ander - het volste recht heeft voor dat beginsel uit te komen. Spreker ziet dat als de grootste waarde van de Raad, dat ieder mag zeggen wat hij op het hart heeft. Tegen één opmerking van de heer Soepboer wil spreker evenwel stelling nemen. Als de heer Soepboer meent, dat het openbaar on- derwijs wordt voorgetrokken dan moet spreker hem verzekeren dat, zolang hij voorzitter van de Raad is geweest, daar nooit sprake van was. De teruggang van de bevolking is niet erg groot geweest, dank zij de gunstige ligging van de gemeente ten opzichte van Leeuwarden. Het probleem kan helaas niet uitputtend behandeld worden. Waar ligt het bevolkingsoptimum voor deze gemeente, ge- zien de oppervlakte van de grond en gelet op de mechanisatie in de landbouw. Het zou wel eens z6 kunnen worden, dat een deel van de bevolking moet afvloeien.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 1959 | | pagina 15