- 9 -
Voor de dorpen brengt dit mee, dat de leefbaarheid een bepaalde
samenstelling eist. Dan moet vastgesteld worden welke dorpen nog
een bestaansmogelijkheid bieden en welke niet. Als het woningge-
brek opgeheven is, zal het probleem wel eens scherp naar voren
kunnen treden. Bij de woningbouw geldt het probleem hoeveel huur
kan een bepaalde groep woningzoekenden betalen. Daar ligt, vol^ens
spreker, het knelpunt. Het probleem is uiterst moeilijk. Ten dele
ziet spreker wel een kleine m*gelijkheid in de bouw van kleine
bejaarden-woningen in diverse dorpen, waardoor grotere woningen
vrij zouden komen. In een bespreking met de verenigingen voor
plaatselijk belang ziet spreker zeker nut, maar ook zonder dat
kunnen bepaalde verlangens wel ter kennis van het gemeentebestuur
worden gebracht. Omtrent het aardgas wordt nog een rapport inge-
wacht van de deskundige. Spreker zal er naar informeren hoe het
er mee staat. Het subsidiebeleid geeft Burgemeester en Y/'ethouders
op dit moment ook geen bevrediging. Zij weten niet met welk cijfer
in 1959 gewerkt zal moeten worden en kunnen derhalve niet een dé
finit ief standpunt innemen. Bij het opmaken van de begroting is
door Burgemeester en wethouders het standpunt ingenomen, ook al
in aansluiting op de richtlijnen, die de Provinciale Griffie
heeft verstrekt, dat zolang er niet een sluitende begroting is
aile nieuwe aanvragen om subsidie en de verhoging van bestaande
afgewezen dienen te worden. Spreker vindt dat de Secties en de
Commissie van Rapporteurs er goed aan hebben gedaan op te voeren
wat als absoluut no«dzakelijk geacht wordt.
Hierna wordt overgegaan tôt punt 8 Behandeling van de begroting
van de gemeentelijke dienst voor Sociale Zaken, afd. Armwezen,
voor het jaar 1959.
Omtrent het vooronderzoek in de Secties is door de Commissie
van Rapporteurs een verslag opgemaakt, waarop door Burgemeester
en Wethouders als volgt is geantwoord (zie bijlage 10).
De hoer Tolsma wil uitdrukkelijk voorop stellen, dat het niet
om de persoon gaat maar om de handhaving van de 2e kracht. Spre
ker vindt het jammer, dat nooit^een concreet antwoord is gegeven
op zijn destijds gedane vraag wat men van plan was met deze func-
tie. Is daar een 2e kracht nodig, accoord, maar dan ook aanstel-
len! Sollicitanten oproepen en iemand vast benoemen. Spreker ziet
in de gang van zaken, zoals die nu is gelopen een vriendjes-poli-
tiek. De definitieve beslissing is altijd op de lange baan ge-
schoven. Aanvankelijk is gezegd, als de werkloosheidswet er komt,
worden de werkzaamheden op het bureau van Sociale Zaken belang-
rijk minder. Maar in de personeelsbezetting is niet de minste
verandering gekomen.
Spreker wil daarom geacht worden tegen de onderhavige begroting
te zijn.
De Voorzitter bestrijdt de uitdrukking vriendjes-politiek, al
kunnen de omstandigheden de indruk gewekt hebben dat doelbewust
de ambtenaar in die functie gehandhaafd wordt. De Voorzitter ver-
zekert, dat Van Hulsen niet door een bewust gevoerde vriendjes-
politiek op zijn plaats wordt gehandhaafd. Op dit ogenblik kan de
2e man op het bureau van Sociale Zaken niet gemist worden. Spre
ker verwijst naar het antwoord, dat Burgemeester en Wethouders
hebben gegeven op het verslag van de Commissie van Rapporteurs.
Gelet op wat er in de loop der jaren al over deze zaak gesproken
is, wil spreker er niet meer van zeggen.